Er is weer gekarperd op de Vecht en er is weer geblankt. Toch ben ik tevreden. Waarom? Laat me dat haarfijn uit de doeken doen. Pak een bakje koffie of thee, ga lekker zitten en druk op “lees verder” voor het hele verhaal.
Ik heb wel vertrouwen in mijn aas. Ik heb ook vertrouwen in mijn rigjes. Wat ik niet heb is inzicht in hoe ik het moet aanpakken op de Vecht. Dit project is bedoeld om dat uit te vinden en daarvoor moet ik me vastbijten in dit voor mij nog moeilijke water.
Wil ik in de toekomst uitsluitend op de Vecht vissen? Nee natuurlijk niet. Maar waar in de Amstel in Amsterdam regelmatig grote karpers worden gevangen, zo moet dat ook in de Vecht mogelijk zijn. En ik woon er vlakbij, even doorzetten en die leercurve beklimmen is nu noodzakelijk. Ik zoek aanknopingspunten en ik heb denk ik wat gevonden.
Eerst over de laatste poging. Mijn idee was om op drie plekken drie dagen te gaan voeren en deze vervolgens achter elkaar elk 2 uren te bevissen. Last minute besloot ik echter een dag eerder en ‘s ochtends vroeg te gaan vissen. Misschien niet zo handig aangezien ik 10 uren eerder nog een kilo voer in het water gemieterd had. Soms zijn echter andere activiteiten in het weekend ook belangrijk en dan pas je je aan als visser.
Op stek 1 ving ik ‘s ochtends vroeg al snel een flinke brasem. Dat was bemoedigend. Blijkbaar werkt de rig en kon de vis ondanks dat er 10 uren eerder gevoerd was mijn boilie vinden. Ik had ook nog wat lijnzwemmers(?) en kwam er bij vertrek achter dat beide rigjes in de knoop zaten. De onderlijn in een PVA zakje proppen is blijkbaar geen goed idee. Een brasem dus en verder door eigen schuld weinig kans op succes.
Op stek 2 doken meerkoeten nog boilies op. Dat was niet bemoedigend. Ik heb er anderhalf uur gezeten en behalve een ijsvogel die voorbij zoefde, vier meerkoeten die continue ruzie maakten en een fuut die alles negeerde en zich focuste op het ordenen van zijn veren gebeurde er niets.
Toen naar stek 3. Dat was een steigertje nabij een woonboot met daarnaast een prachtig talud. Helaas had een bewoner daar net besloten zijn tuinhuis af te breken en ik had geen zin om tussen de bouwploegen te gaan zitten. Niet gevist dus.
Wat heb ik nou geleerd?
- Ik heb op twee prima stekken prima gezeten. Eindelijk fatsoenlijke stekken voor de visser die ook voor karpers aantrekkelijk lijken.
- Als ik een karper op de Vecht wil vangen moet ik mijn voerstrategie beter afstemmen op mijn visplannen.
In plaats van rond te blijven hoppen en hier en daar een poging te wagen ga ik op de interessantste plekken zitten en zorgen dat de vissen naar mij toe komen. Hiervoor zal ik moeten investeren. Zowel in gedurende langere tijd voeren als in vistijd. Ik moet zorgen dat de karpers weten waar ze nu en dan een hapje kunnen halen en als ik ga vissen moet ik de tijd nemen te wachten tot zo’n vis weer even langskomt.
Ik heb een lading oude karpertijdschriften doorgebladerd om bevestiging van mijn inzichten te vinden. De experts die op de Amstel vissen en daarover publiceren zijn erg duidelijk: kruispunten van waterwegen waar vis langs trekt en bruggen en havens waar ze beschutting vinden. Vooral niet te veel voeren en regelmaat is belangrijk.
Ik heb besloten mijn nieuwe boilierecept in dit project voor de leeuwen te gooien. Volgens mij is deze “Old Russian” zoals ik hem noem een bijzonder attractieve bol. Twee stekken ga ik aanvoeren, de ene is een brug, de andere ligt op een waarschijnlijke trekroute.
De afgelopen week ben ik begonnen deze stekken dagelijks van een klein beetje voer voorzien. Gewoon elke dag een paar handjes boilies. 200 gram, te weinig voor karpers om verzadigd te raken, genoeg voor die rakkers om nu en dan even een plek te komen bezoeken. Als ik dat op twee stekken doe moet er een moment komen dat ik karpers ga vangen. Enige dat ik dan moet doen is voldoende uren op die stekken vissen.
Ik heb dus qua inzicht in stekvoorbereiding een stap gemaakt. Qua stekken zat ik al op de juiste weg. Misschien is succes niet gegarandeerd, maar het plan is concreet en ik heb vertrouwen. De komende dagen wordt er dus even niet gevist, eerst eens een dag of 10 voeren. Fectio est meus gaat door!