1 Juni: leerproces

De afgelopen jaren viste ik enkele keren op een lastige stek met veel mosselen en obstakels. De eerste keer dat ik hier viste wist ik niet wat me overkwam. Uit mijn eerste vijf aanbeten wist ik slechts 1 vis te landen. In opeenvolgende vispogingen op deze stek wist ik door diverse aanpassingen dit vangstpercentage op te krikken en de laatste 3 keren dat ik hier viste kreeg ik 11 aanbeten en wist ik 9 vissen tijdelijk op de kant te krijgen. Een percentage dat acceptabel is en waarvan ik verwacht dat het nog verder gaat stijgen als ik hier vaker zou gaan vissen.
Lees verder

27 Mei: vroeg uit bed, karperpret

Kwart voor vier ging vanochtend de wekker. Na twee piepen stond ik naast mijn bed. Een snelle douche later was ik er helemaal klaar voor. Terwijl twee buurjongens lallend thuis kwamen van hun kroegbezoek gooide ik de visspullen in de auto. Een gezonde spanning voelde ik. Deze ochtend wou ik revanche vanwege de gemiste vissen van vorige week.
Lees verder

25 Mei: waar ik sta

Twee maanden geleden publiceerde ik hier mijn jaarplanning voor het karpervissen. Een handvol verschillende voertactieken en ruim 20 verschillende stekken stonden op de lijst. Nu, twee maanden later heb ik ondertussen twee voertactieken getest en 7 verschillende stekken bevist. Op open water leverde me dat 17 karpers op waarvan vier spiegelkarpers en vier vissen van boven de 20 pond. En voor die ene oplettende lezer: ja dat klopt, die zeventiende karper ving ik gisteren en daar kom ik zo op terug.
Lees verder

21 Mei: Een doekje voor het bloeden

“Na het verspelen van een grote karper kan mij de blues wel even duren, vroeger soms een heel seizoen, tegenwoordig ben ik er na een week wel bovenop”. Dit is zomaar een zin uit een karpertijdschrift dat ik vanochtend las. Herkenbaar. Zelf ga ik niet een week lopen kniezen maar mijn karperziel heeft wel een krasje opgelopen. Gelukkig is er altijd een remedie, namelijk keihard gaan vissen. Zo gezegd, zo gedaan.
Lees verder

20 Mei: dieptepunt bereikt

Ik hou het kort. Vanochtend heb ik gevist op de Vecht. Twee aanbeten kreeg ik. De eerste was rond 5 uur. Het was nog donker. Een piep, een tik op de top. Ik hing meteen in de hengel. De vis trok zich niets aan van de zwaar afgestelde slip. In het donker zette deze koers richting een paar dukdalven. Onheilspellend rustig tikten meters lijn van de molen. Ik draaide de slip nog een tik strakker. De lijn kraakte letterlijk in de ogen. De vis bleef gaan. Ik drukte een vinger op de spoel. Tot hier en niet verder. De hengel boog tot in het handvat. En toen ineens, over. Een gerafeld stuk lijn kon ik binnen draaien. De vis had in het diepe water de palen bereikt. Dat even later een kleiner exemplaar nog losschoot is niet meer relevant. Die eerste vis, die had ik moeten vangen. Ik ben er ziek van.