Vrijdag 30 september stond de de eerste dag vissen in het kader van de spiegelkarperwedstrijd van de AHV op de planning. Plaats van handeling was de stek aan het IJmeer waar ik op 15 juli ook viste en waar ik nu al vier dagen op rij met zelfgemaakte boilies gevoerd had. Om de stek te beschrijven: achter me bevond zich de oude zeedijk, voor me het water van het IJmeer en nu en dan kwam er in de verte een bootje voorbij.
Hoewel de wedstrijd officieel om 19.00 uur van start ging was ik om kwart over zes al aan de waterkant. In het water was de afgelopen weken een explosie van waterpest en ik wou graag met daglicht inwerpen om tussen de plantenvelden te kunnen mikken. Immers, als de haak in zo’n plant hangt wordt de kans op een vis een stuk kleiner.
Na een klein kwartiertje had ik mijn visplek ingericht. De onthaakmat lag op een plat stukje gras onder aan de dijk, wat onregelmatigheden had ik uit het gras onder de mat verwijderd. Het schepnet lag klaar aan de waterkant, de eerste hengel was in elkaar gezet en de eerste rig met boilie kon te water gaan. Aan de haak hing een zelfgemaakte boilie en een PVA zakje met boiliekruim. Dit PVA lost heel snel op in het water en het kruim dat dan achterblijft zou voor een mooi geurend hoopje fijn voer vlakbij mijn aas moeten zorgen.
Vijf minuten later had ik ook van de tweede hengel de lijn door de ogen gehaald en het lood en de onderlijn bevestigd. Een zakje PVA met boiliekruim completeerde wederom het geheel en ook dit kon ingeworpen worden. In gedachten nam ik nog even de mogelijke scenario’s, voor als ik een vis zou haken, door. Ik wou voorkomen dat een vis weer in de buurt zou komen van de plek waar ik op 15 juli een karper verspeelde. Dat je soms weinig in te brengen hebt wist ik toen nog niet.
Nog geen 10 minuten later, ik zat onder aan de dijk naast de hengels van een flesje water te drinken, schoot ineens de waker van de laatst ingegooide hengel omhoog. Terwijl de beetverklikker hysterisch stond te piepen begon de molen lijn te geven. Snel pakte ik de hengel, activeerde de slip en begon naar links tegendruk te geven zodat de vis naar rechts zou vluchten, weg van het gevaar onder water. Gelukkig deed de vis wat er van hem verwacht werd. Plotseling echter viel de druk weg. Omdat ik vis met haken zonder weerhaak was ik even bang dat de vis de haak gelost had maar toen ik snel indraaide kon ik ineens weer contact maken. De vis was recht op me af gezwommen en daardoor viel de lijn slap. Toen ik weer contact maakte liet de vis zich voor het eerst zien. Een slanke gespierde IJsselmeer schubkarper zat aan de lijn. Even vluchtte de vis naar rechts richting een rietkraagje maar ik kon de vis tegenhouden en weer terug krijgen richting de stek. Onder de hengeltop bleef de vis rondjes zwemmen met achter zich een paar kilo waterpest dat in de lijn was blijven hangen. Ik heb verhalen gehoord van karpers die niet te stoppen zijn, die molens leeg trokken, maar deze vis, toch geen kleintje bakte er verder niet veel van en toen ik het net in het water stak zwom de vis er direct in. Terwijl ik de kilo’s waterpest uit het net en van de lijn plukte wist de vis zichzelf te onthaken. Op de kant heb ik even snel gewogen en gemeten; 83 cm en 18 pond precies. Wat een prachtige vis!
Toch wel wat overweldigd door dit vroege succes stuurde ik wat foto’s naar het thuisfront. Even later lag de hengel weer in en keerde rust weer terug. Een paar koeien kwamen even kijken wat ik in hun leefgebied deed, maar ze bleven verder op afstand.
Een klein uurtje later, het begon te schemeren was het wederom dezelfde hengel die er vandoor ging. Meteen pakte ik de hengel in mijn handen, activeerde de slip en kon vervolgens alleen maar tegenhouden. Met een noodvaart vloog de lijn van de molen en waar ik een uurtje eerder nog vermoedde dat verhalen over leeggetrokken molenspoelen op visserslatijn berustten ervoer ik nu zelf hoe het was om niets in te brengen te hebben. 20 meter, 30 meter, 40 meter en het ging maar door. Zonder onderbreking verdween minstens 60 meter lijn van de molen en ik begon hem te knijpen. Een rietkraag verderop was binnen bereik en als de vis zover zou komen zou de lijn kunnen breken. Ik verhoogde de druk wat met mijn vinger op de spoel en het lukte me de vis na een meter of 80 tot stilstand te krijgen. Ik had dit nog nooit meegemaakt.
Stukje bij beetje kon ik de vis terugpompen richting de vis stek. Flinke kolken verschenen in de verte aan de oppervlakte. Nu en dan zag ik een grote staart boven water. Ik rekende dan ook op een enorme vis maar had nog steeds niet gezien wat er aan de lijn zat. Langzaam kon ik de vis dichterbij krijgen, maar als dat meter voor meter gaat is 80 meter ver. Toen ik hem uiteindelijk terug onder de hengeltop had zag ik dat het wederom een schubkarper was. Na een bloedstollende dril van toch in totaal toch zeker wel 10 minuten kon ik de vis uiteindelijk vrij gemakkelijk in het net krijgen. Eenmaal op de kant viel het toch een beetje tegen. Maar met 81 cm en 19.6 pond was deze karper iets korter maar wel iets zwaarder dan de eerste. De grote staart verklaarde in ieder geval voor een deel de enorme kracht van dit beest.
Toen even later de vis weer zwom en de hengels weer inlagen was ik natuurlijk enorm opgetogen over dit enorme succes. Twee prachtige vissen van elk bijna 10 kilo, en dat binnen 2 uur vissen. Het was ondertussen even na achten en donker geworden. Eigenlijk geloofde ik het wel, maar ik had me voorgenomen tot 22.30 uur te blijven en “een man een man, een woord een woord”.
En ik kreeg daar geen spijt van! Exact om kwart voor 10 kreeg ik wederom beet en wederom op dezelfde hengel. Dit keer geen vis die er met een noodgang vandoor ging, maar een karper die niets anders deed dan enorme beuken uitdelen op de hengel. Steeds weer knalde de vis naar beneden en hij bleef de hengel teisteren met enorme rukken aan de lijn. Heel anders dan de eerste twee vissen. Ik zag al snel dat het weer een schubkarper was. Toch duurde het nog even voor de vis in het net lag. Zeker 5 minuten bleef de vis de hengel testen en ik was super blij dat ik er afgelopen week nieuwe lijn opgezet had. Toen uiteindelijk de vis moegestreden aan het oppervlak lag en ik deze kon scheppen was dat een pak van mijn hart. Ik had wel door dat deze groter en zwaarder was dan de eerdere vissen. Snel droeg ik net en vis naar de onthaakmat. Het onthaken van de haak was wederom een peulenschil. Vissen zonder weerhaak bevalt me steeds beter. Het meetlint ging er langs, en toen nog een keer. Ik had me niet vergist, ruim 90 centimeter, wat een enorme schubkarper. Het verbaasde me dan ook niet dat de weger ver over de 10 kg ging. Met aftrek van het net bleef toch nog 11.9 kilo vis over, oftewel 23.8 pond schubkarper.
Dit bracht het totaal op ruim 62 pond IJsselmeerkarper in 4 uur en 15 minuten vissen. Een ongekend succes waar ik natuurlijk heel blij mee ben. Ik zal er de spiegelkarperproject wedstrijd niet mee winnen, maar tjonge, wat een mazzelpik ben ik!
De laatste 15 minuten bleef ik nog zitten, maar die 2de hengel liet ik mooi op de kant liggen. Exact om half 11 ruimde ik op, mijn avond was klaar.