Mijn grootste vissen ving ik de afgelopen jaren op de Vecht. In deze tijd van het jaar is vangen er echter een beetje een loterij. Als het wat warmer is ben ik er succesvoller, maar tot halverwege mei blank ik er meer dan de helft van de tijd. Zo ook afgelopen weekend. Toch heb ik me prima vermaakt.
Van 21.00 zaterdagavond tot 01.00 de volgende ochtend heb ik gevist. Vier uren lang. Er zat leven genoeg in het water. Op een gegeven moment zelfs sprong er een vis boven mijn aas. Ik vermoed een schubkarpertje. Helaas was de enige aanbeet van een 2 voet- brasem. En kwaad dat ie was!
Of ik baalde? Nee natuurlijk niet. Een avondje aan de waterkant op deze stek is genieten. Ook zonder vis. Dit blog wordt misschien wat saai zonder karpervlees, maar dat interesseert me even niet. Binnenkort ga ik er weer zitten. Misschien wel weer zonder aanbeet. Want ik weet dat de vissen met wat doorzetten vanzelf komen. En de beloning op de Vecht is vaak de moeite waard geweest!
Oh ja, wat wel gebeurde was dat een kat me bezocht. Het beest besloot voor mijn neus met de bips in de lucht wat te drinken uit de Vecht. Dat is natuurlijk de goden verzoeken. Bij gebrek aan sok mikte ik een dikke boilie op het achterwerkje. Deze poging slaagde wonderwel. Met een afkeurende miauw verdween het beest in het donker.
Nu denkt u natuurlijk dat ik geen dierenvriend ben maar het tegendeel is waar. Even later sloten een ratje en ik namelijk vriendschap. Gedurende meer dan een uur bleef het beestje terugkomen voor meer boiliekruim. Het beestje werd steeds brutaler en zat op een gegeven moment met een stukje RB15 in zijn knuistjes te smikkelen op nog geen meter afstand. Oke, het blijven ratten, maar het was wel aandoenlijk.
Ondertussen blijf ik de stek regelmatig van wat voer voorzien. In het water wel te verstaan. In het weekend ga ik daar weer zitten denk ik. Deze week wordt er echter eerst weer een keer gevist op het IJmeer. Hoe dat afloopt vertel ik de volgende keer. Tot dan!