Hoi! Er is weer van alles te vertellen. Ik zal geen tijd verspillen, ga er eens lekker voor zitten dan heb ik vier korte verhaaltjes, die alle vier te maken hebben met het thema “trekgedrag van vissen”, voor u.
Verhaaltje 1: over het matchen
Nadat een vis is uitgezet in het open water kan deze twee dingen doen. De vis kan in de buurt van de uitzetlocatie een leven opbouwen, of deze doet dat niet. De vissen die in de buurt blijven hangen zullen, als ze gevangen worden, eenvoudig teruggevonden worden in de uitzetarchieven. De vissen die niet in de buurt blijven hangen worden vaak niet meer gematcht en worden daardoor vaak als verloren beschouwd. Als gevolg hiervan zijn onze conclusies over de overleving en migratie van uitgezette karpers gebaseerd op een vertekende weergave van feiten. We verliezen vissen uit het oog omdat we niet ver genoeg kijken.
Om dit probleem op te kunnen lossen is vorige week een groep fanatieke matchers uit aan elkaar grenzende regio’s rondom Amsterdam bij elkaar gekomen om afspraken te maken over het delen van niet gematchte meldingen. Met name over het integer omgaan met meldingen en geheimhouding van verkregen informatie is stevig gedebatteerd. Uiteindelijk is een plan van aanpak besproken. Binnenkort komt de belangenvereniging verantwoord karperbeheer (BVK) met een update over dit onderwerp. Ik hoop dat de nieuwe aanpak leidt tot het kunnen matchen van meer vissen. Ten slotte zijn die “lange afstand zwemmers” toch de krenten in de pap voor een Spiegelkarperproject.
Verhaaltje 2: Mijn debuut in “dé karperwereld”.
Met enige scepsis praat ik nu en dan over bladen op het gebied van karpervissen. Tot mijn genoegen wil ik nu toch graag reclame maken voor zo’n blad. In de meeste recente uitgave van dé karperwereld staat namelijk een bijzonder goed verhaal van Joris Weitjens over voornoemde krenten in de pap.
Dat een spiegelkarpermelding van mij tot dit verhaal leidde vind ik natuurlijk alleen maar leuk. Mijn foto heeft dan ook een prominente plek in het artikel.
Joris vertelt over een vis die sinds de uitzetting op de Amstel in Amsterdam woont. De spiegelkarper is daar al een keer of 10 gevangen, maar nog nooit in de maanden April en Mei. Afgelopen jaar ving ik de vis voor het eerst ergens anders. In April haakte ik de spiegelkarper bij Muiden, op het IJmeer. Ik had de vis betrapt tijdens een uitstapje voor de seks. Blijkbaar maakt deze vis ieder jaar een reis van een kilometer of 30 om haar eitjes daar in het warme ondiepe IJmeer te laten bevruchten. Na mijn vangst in April werd de vis twee maanden later weer gewoon gevangen op de Amstel. Het bolle buikje was weer plat. Een super leuke observatie die zonder spiegelkarpermelding nooit was gedaan. In het artikel deelt Joris Weitjens nog enkele andere vergelijkbare observaties van trekgedrag. Ik kan kopen van dit blad alleen al vanwege dit ene verhaal zeker aanraden.
Verhaaltje 3: over snoeken en paaien
Waar sommige karpers dus lange afstanden afleggen om hun genen te verspreiden vertonen de snoeken achter mijn huis dat trekgedrag niet. Terwijl ik gisteren mijn terras voorjaars-proof maakte zag ik tot mijn verbazing drie snoeken bezig met seksuele activiteiten. Het ondiepe water was blijkbaar ideaal om elkaar te verleiden. Ongegeneerd heb ik geprobeerd een en ander vast te leggen met de digitale camera. Ondanks de weerspiegeling van het water is er toch wel iets van te zien.
Verhaaltje 4: De eerste serieuze karpervispoging.
Teruglezend in verslagen van eerdere jaren wordt duidelijk dat de eerste weken van April steevast de boel op gang komt. Eind maart is dus nog wat vroeg, maar ik kon het niet laten. Gisterochtend heb ik een poging gewaagd op mijn voorjaarsstek. Drie uren heb ik genoten aan de waterkant. Van half 6 tot iets voor 9 heb ik gewacht op een aanbeet.
Die aanbeet kwam dus niet. Ik ben nog wat te vroeg. Volgende week doe ik gewoon weer een poging. Zodra de voorjaarstrek op gang komt zit ik er klaar voor.
Met deze foto sluit ik dit verhalen-verslag af. Volgende week spreek ik u weer. Tot dan!