Ik heb het druk. Druk is natuurlijk relatief, maar ik kwam even niet aan eerder updaten toe. Mijn baan, werk in de tuin, zelf sporten, Ajax volgen, het verhaal over mais, vissen en voeren en natuurlijk thuis het vlees snijden, allemaal leuke dingen, maar ze kosten ook allemaal tijd. Vandaar nu een dubbelverslag van karpervissen op het ARK (Amsterdam Rijnkanaal) op woensdagavond en op vrijdagavond.
Om over woensdagavond te vertellen moet ik eigenlijk op zondagavond beginnen want toen gooide ik een flinke lading voer in het ARK. Mijn idee was om een stek op te bouwen waar ik dan dagelijks zou blijven voeren en gedurende anderhalve week drie keer vissen. De stek was een paar kilometer noordelijk van Weesp waar een zijkanaal ontspringt aan het ARK. Ook dat zijkanaal splitst zich weer, er is daar een laad-en losplaats van zandschepen, en vissen kunnen hier prima even bijkomen van de drukte op het kanaal. Volgens Evert Aalten, die een heel boek schreef over karpervissen op het ARK zijn dit soort plekken de plaatsen waar je karper moet belagen.
Op woensdagavond was de eerste poging. Het weer was ineens 10 graden kouder dan een paar dagen eerder, een flinke bries waaide dwars op het kanaal de zijsloot in en nu en dan regende het. Kortom geen perfecte omstandigheden. Ik had op de kant mijn paraplu opgezet, zo was het wel uit te houden.
Waar ik op het kanaal zelf met 120 gram lood moet vissen om te veel beweging van mijn aas door de stroming te voorkomen vis ik in de zijsloot gewoon met 80 gram. Een toploodje erbij en mijn aas beweegt geen centimeter. Een duidelijk teken dat het hier minder stroomt.
Vier uur heb ik gevist, exact om 4 over 11 haalde ik mijn tweede hengel weer binnen. Twee uur na zonsondergang, daarna is vissen verboden tenzij je een nachtvispas hebt en die heb ik niet. Niets gevangen dus. Ook geen beet gehad. Ik heb bij vertrek weer een pond boilies gevoerd. Die vis komt vanzelf langs als ik maar stug doorzet.
Donderdagavond heb ik daar ook weer gevoerd. Vrijdagavond stond vervolgens poging twee op de planning. Toen ik vrijdagavond echter rond een uur of 8 aan kwam bij de stek zag ik tot mijn schrik een tentje staan. Drie Duitsers waren er aan het vissen, 6 hengels stonden in alle richtingen opgesteld. Ze zeiden dat ze brasem wilden vangen, maar ik vermoed dat ze stiekem toch op snoekbaars visten. Aangezien ik allergisch ben voor andere vissers, en al helemaal als ze met tentjes op mijn stek zitten, ben ik verder gereden. Vorige week werd ik van mijn stek aan de poldersloot weggejaagd, nu van de stek aan het ARK. Na een kort intern beraad besloot ik dan maar door te rijden, terug naar de poldersloot. Op vrijdagavond tegen donker zal daar niemand aanwezig zijn.
De polder
Kwart voor negen lagen beide hengels in. De linker met een Scopex boilie, op een plekje met wat gebroken boilies en wat boilie kruim. De rechter met een Oranje boilie, op een plekje met wat stukjes boilie en wat kruim.
Ik lag heerlijk languit in het gras terwijl het begon te schemeren. Een buitje trok over. Ik trok de foedraal over me heen om in ieder geval een stukje van mijn lijf droog te houden. Gelukkig duurde de bui maar een paar minuten. Rond kwart voor 10 werd het weer droog. Het was ondertussen donker en ik had net mijn vriendin een appje gestuurd toen de waker van de Scopex hengel tegen de hengel knalde. Karper!
In een reflex hing ik vol in de hengel. Een paar meter verderop was een brug, de vis mocht geen centimeter ruimte hebben. Er ontstond meteen een impasse. De vis trok uit alle macht richting brug, zijn bedoelingen waren duidelijk. Ik trok uit alle macht terug, ik wou voorkomen dat het beest de brug zou bereiken. Daaronder staan palen en als de lijn daarmee in contact zou komen was de afloop vrijwel zeker een verspeelde vis en een ernstig teleurgestelde visser.
Een impasse dus: het was de vraag wie eerder zou opgeven: vis, Ate of vislijn. De status quo duurde zeker 15 seconden waarbij de vier meter hengel boog tot in het handvat. Deze vis had duidelijk niet meer de kou in de botten! Uiteindelijk won ik, de vis kwam mijn kant op. Onder de top deed ik de slip iets losser, hier kon het geen kwaad. Een paar keer trok de vis nog wat lijn van de molen maar de strijd was gestreden. Toen ik even later het net om de vis omhoog trok en de vis gevangen zat ben ik even een minuutje blijven zitten. Wat een bloedstollende dril was dit.
Een stevige sterke schubkarper lag in het net. Het meetlint gaf een mooie 78 centimeter aan, maar veel indrukwekkender dan de lengte waren de gedrongen bouw en enorme staart van de vis. Met zo’n peddel is het niet raar dat zo’n beest flink kracht kan zetten. De unster gaf 10.02 kg aan. Snel maakte ik een paar plaatjes op de onthaakmat en toen schoof ik de mat met de vis erop naar het water. Het dier gleed zo van de mat het water in. Helemaal blij ben ik nog een paar minuten blijven liggen in het gras. De hengel bleef op de kant. Ik was klaar. Ondanks de gedwongen improvisatie een twintigponder en dat binnen een uur. Tevreden besloot ik op te ruimen.
Ik zal voor mijn karper van het Amsterdam Rijnkanaal harder moeten werken en een lastigere stek moeten kiezen. Daar ga ik de komende dagen over nadenken. Eind April zit ik voor mijn werk een kleine week in Berlijn, daarna zal ik het ARK project voortzetten. Tot dan ga ik zeker nog een poging op de Vecht wagen. Het is ook fijn om te weten dat ik altijd ook nog in de polder terecht kan voor een ad hoc poging. Tot zover voor nu, ik spreek u later deze week weer.
Tot dan!