Ik zit in een impasse. En die ga ik doorbreken. Het is december en de visserij is wat lastiger dan eerder in het jaar. Ook afgelopen weekend heb ik met een spinhengel staan smijten, en behalve een snoekje dat losschoot heb ik geen actie gezien. Ik merk ook dat ik er niet zoveel plezier uithaal als ik graag zou willen. Tijd dus voor een koerswijziging.
De grootste wending: Ik ga me richten op karper. De spinhengel kan weer in de kast, ik reserveer ruimte in de vriezer, ik ga er gewoon voor.
Ik ga de komende week investeren in mijn boilies. Een heus winterrecept moet er komen om onze beschubde vrienden aan het eten te krijgen. Ik wil een opvallende gele of oranje boilie maken, die als een speer door de karperdarmen schiet zodat de karpers blijven eten. Iets licht verteerbaars met veel vezels dus, maar ook iets visueel aantrekkelijks dat flink geurt en smaakt zodat de vissen het niet kunnen negeren.
Vervolgens ga ik op groot water vissen. Geen tijdverspilling meer in polderslootjes en karpervijvertjes. Als ik dan toch niks vang, dan maar op grote-mannen-water. De Vecht bijvoorbeeld, of het Amsterdam Rijnkanaal. Mocht ik daar wel iets vangen dan is dat meteen een hoofdprijs.
Ik wil ook af van uitsluitend in het weekend kunnen vissen. Nu en dan op werkdagen ‘s avonds een paar uurtjes in het donker hengelen kan prima op voerplekjes. Ik moet dus weer gaan voeren.
Het plan is om meerdere stekken regelmatig wat winterboilies in het water te gaan gooien en nu en dan enkele uren te vissen. Op de Vecht ving ik mijn eerste karper binnen een half uur, op het IJmeer duurde het gemiddeld nog geen drie kwartier voor de eerste vis hing, pogingen van meer dan vier uren, dat doen we dus niet meer.
Tot zover dit communiqué, ik ga puzzelen op het boilierecept. Later in de week volgt meer informatie over de winterboilies en hoever ik sta met het project.
Tot later!