Een bespiegeling is een vertelling over een sportvis gerelateerd onderwerp. Vaak zit hier een mening of gedachte achter die ik graag wil delen. Soms is het ook gewoon oppervlakkig geneuzel. Bij bespiegelingen zijn reacties mogelijk. Hieronder de derde, over poep en wintervissen.
14 december 2016
Het is winter. Anderhalve week geleden lag er al enkele dagen ijs op de sloot. Officieel begint de winter op 21 december en duurt deze tot 21 maart, maar voor sportvissers is het winter als de watertemperatuur onder de 10 graden duikt. Ik loop dan wel niet met een thermometer rond maar als er ijs ligt kun je er gevoeglijk van uitgaan dat de watertemperatuur de tien graden niet meer haalt en dus is vissen op dit moment wintervissen.
Niet iedereen vist op karper in de winter. Sommige karpervissers zetten hun hengels eind oktober in de kast en wachten op het voorjaar. Eind maart, als de temperatuur het toelaat, komen de hengels weer te voorschijn. Anderen vissen nog wel maar dan met een dode vis en een lading haken aan de lijn. Snoekvissen op de karpermanier dus. Een dreg meer of minder, daar malen ze vaak niet om. En er is een select groepje dat gewoon doorgaat, de één met meer succes dan de ander. Daar liggen mijn ambities, ik wil ook succesvol zijn in de winter.
Als je je op internet verdiept in aas voor de winter dan vliegen de theorieën je om de oren. Veel eiwit in de boilies, geen eiwit in de boilies, veel koolhydraten, geen koolhydraten, weinig voeren, behalve die uitzondering die enorm veel voert en vervolgens flink vangt en-ga-zo-maar-door. De stelligheid waarmee men elkaar tegenspreekt bevreemdt mij.
Eén ding is zeker, als een karper eet is hij te vangen, en ik kan me niet voorstellen dat opportunisten, die karpers zijn, een smakelijk hapje laten liggen. Verteren is mijns inziens nergens voor nodig, als ze het al dan niet verteerde eten maar weer snel uitschijten kan er altijd weer wat bij.
Theorieën uit de koi-karper-wereld, waar men geen dikke vissen wil en waar weinig poepen van belang is om het vijvertje schoon te houden, zijn dus niet relevant. De voedingsstoffen die een vis niet nodig heeft slaat deze wel op als vet. En wat niet hij verteert poept hij wel weer uit. Zo werkt het bij mensen ook en dat zal bij andere diersoorten niet anders zijn.
Het gaat er om de vissen te vinden, of te zorgen dat deze, ondanks dat ze minder actief zijn, het voer vinden. Vaak gaat dit samen. Het voer moet aantrekkelijk zijn, de darmen niet verstoppen en regelmatig aanwezig zijn. Met inzicht en inzet kan er dan gewoon gevangen worden. Zie hier mijn aanpak. En die van succesvolle winterkarpervissers. En met deze wijsheid laat ik u achter. Ik ga boilies maken en karpers zoeken!
Tot later!