Al eind jaren 80 experimenteerde ik met boilierecepten. Mijn vader, die werkzaam was in de zuivel, bracht nu en dan wat melkpoeders mee. Met dit poeder, in combinatie met gemalen Felix kattenbrokjes en zaken als bloem, custard poeder en vanille suiker draaide ik destijds mijn eerste boilies. Met toen nog een running rig (dus vrij glijdend lood), werden de eerste karpers aan boilies gevangen. Sindsdien ben ik overtuigd van de werking van boilies en het nut van een voerstek.
Drie jaar geleden toen ik deze website opstartte, heb ik het experimenteren met boilierecepten weer opgepakt. Sindsdien heb ik nu 15 verschillende samenstellingen geprobeerd. Met alle boilies heb ik karper gevangen, maar met sommige duidelijk meer dan met andere. Met de RB15 heb ik geprobeerd alle succesvolle elementen te combineren in 1 bal. Afgelopen zondag draaide ik de eerste batch. ‘s Avonds ging er meteen een zakje boilies mee naar de waterkant. Na deze eerste keer voeren volgden er nog twee voertripjes. Woensdagavond zou er gevist gaan worden. Maar dat liep even anders.
Even een intermezzo
Dat ik graag een flinke plons water voor mijn neus zie zal niemand verbazen. Zo kan ik enorm genieten van het uitzicht over het IJmeer.
Een ander water waar ik al jaren een zwak voor heb is de Maas. Rustig kronkelt deze rivier door het landschap, steeds weer is er de vraag wat er zich na de volgende bocht bevindt. Mijn vriendin wist van mijn zwak voor dit water en had voor afgelopen woensdag overdag een kanotochtje geregeld op de Grensmaas. Dit is een deel van de Maas op de grens van Nederland en België waar geen scheepvaart plaatsvindt. Natuurlijk kon ik op zo’n goed plan alleen maar enthousiast reageren. Woensdag werd er dus een bezoek gebracht aan België en werd de Grensmaas bevaren.
Onderweg werd in het ondiepe heldere water nog een tiental grote barbelen gespot. Helaas lukte het fotograferen van deze vissen niet. U moet dus maar geloven dat deze vissen van rond de 70 centimeter vlak onder de kano tegen de bodem gekleefd lagen. Voor wie deze vissen niet kent heb ik even een fotootje van internet gekopieerd.
Na een heerlijke kanotocht en een fietstocht was het contact met een behulpzaam koppel, dat ons trakteerde op achtereenvolgens een boottochtje en een paar versnaperingen, te gezellig om vroeg weer thuis te zijn. Aldus werd het visavontuur uitgesteld tot vrijdagavond. Wel werd het voeren op mijn stek gewoon voortgezet.
Terug naar het vissen
Vrijdagochtend waagde ik nog even een nauwelijks voorbereide vispoging op het IJmeer maar dat leverde niets op. ‘s Avonds rond 8 uur installeerde ik me vervolgens langs de Vecht. De eerste twee uren leverde dat me alleen maar ergernis op. Een familie meerkoet weet ondertussen dat als mijn kuif langs de waterkant zichtbaar is er langs het riet lekkers op de bodem te vinden is. Totdat het donker werd bleven de beesten voor mijn neus duiken. De smeerlappen probeerden zelfs mijn aas, ondanks de bonk lood die er aan hangt, het riet in te slepen.
Pas tegen de schemering, zo rond half 11, werd het rustig op mijn stek. Dat duurde echter niet lang. Even na 11 uur kwam de verlossende aanbeet. Even vermoedde ik nog een brasem, maar toen de hengel diep doorboog nadat ik deze pakte en er aan de andere kant van de lijn iets zwaars terug trok wist ik wel beter. De vis wist zich duidelijk niet goed raad met de situatie en bleef vooral veel herrie maken aan de oppervlakte. Lijn van de molen trekken gebeurde pas na een minuut en toen ook nog slechts enkele meters. Even walste de vis voor de kant nog door de lijn van mijn andere hengel, maar met wat extra overtuiging van mijn kant zat de vis even later in het net.
Mijn vriendin, de schat, wilde wel een fietstochtje ondernemen. De vis kon prima een tijdje in het grote net in het water blijven liggen. Wel knipte ik de lijn door zodat ik de hengel weg kon leggen. De haak met onderlijn kon ik later op de kant dan wel verwijderen. Het was me ondertussen al lang duidelijk dat de schubkarper, want dat was het, de 10 kilogram ruimschoots passeerde.
Toen mijn vriendin gearriveerd was kon het fotograferen en meten en wegen plaatsvinden. Op de kant bleek de vis 87 cm lang en 11,2 kilogram zwaar. De dikke buik was hoogstwaarschijnlijk het resultaat van een RB15 dieet van een kleine week.
Een korte tijd later zwom de vis weer in de Vecht en was ik weer alleen. Tot iets voor 1 uur ‘s nachts ben ik blijven zitten. Alleen nog een flinke brasem met honger vergreep zich aan mijn boilie. Deze werd echter in het water onthaakt en mocht zonder foto weer verder zwemmen.
Ondertussen krijgt de stek nog dagelijks voer. Ergens de komende dagen zal ik een tweede poging op deze stek wagen. Hopelijk komt er dan weer een flinke vis langs, wie weet zelfs wel de felbegeerde dertiger. Hoe het ook afloopt, ik zal over dat visavontuur berichten. Ik spreek u later weer, tot dan!