Hoi! Drie dagen op rij glibberde ik de afgelopen week over de gladde IJsselmeerdijk om een aantal stekken van boilies, pellets en tijgernoten te voorzien. Gisteren glibberde ik voor de vierde keer over de natte dijk, nu bepakt met visspullen. Voor me ploegde vismaat Mike door de klei. Samen sleepten we meer dan 50 kilo aan materiaal mee. Vijf uur later waren de vermoeide benen en verstijfde rugspieren voldoende hersteld om de terugweg aan te vatten. Dit keer met een nat en stinkend net.
Vier keer vond een winde het nodig mijn aas te pakken. Eén zo’n vis ziet u in de header. Twee keer was het een karper. Alle aanbeten kwamen op dezelfde hengel. Dit ondanks dat het aas van deze hengel zo’n 10 meter buiten de voerplek lag. Met de lange voerschep kreeg ik mijn aas namelijk maximaal zo’n 50 meter weg en het puntje riet waar ik mijn aas tegenaan parkeer ligt op 60 meter. Het is ons al vaker opgevallen dat dit rietpolletje een magische aantrekkingskracht op vissen lijkt te hebben.
Helaas schoot de grootste vis los. Mijn hengels staan een meter of 15 verderop in het water en voordat ik bij de hengel was had de vis al een tiental meters lijn genomen. Toen ik de hengel krom trok nam de vis een afslag en dook achter het riet. Ik vermoed dat het indirecte contact zorgde dat de haak uit de bek schoot. De kleinste karper wist ik wel te landen. Een snel fotootje in het water volstond.
Binnenkort gaan we hier weer vissen. Dan wisselen we van stek. Mike krijgt dan het magische polletje en ik mag met mijn hengels op zoek naar een tweede lucratieve plek. Maar eerst wordt er in het weekend weer op de Vecht gevist. Al weer enkele dagen krijgt een nieuwe stek mijn befaamde RB15 boilie. Ik heb er zin in! Tot later!