Het zit me niet lekker. Uren karpervissen zonder aanbeet, dan doe je iets verkeerd. Om wat vertrouwen te tanken besluit ik nog eens naar de Palenplas in Amsterdam te gaan. De vorige keer verprutste ik mijn kansen door met een haak vol rommel te vissen maar in het verleden zag ik hier altijd karper en lukte vangen meestal ook wel. Een goede voorbereiding is het halve werk dus werd een plan gesmeed om zo’n herfstkarper te haken. Lees hieronder of het gelukt is.
Allereerst wou ik voorkomen dat ik te ondiep viste. Het was met hier eerder al overkomen dat ik mijn aas op 20 centimeter water aanbood en mijn tijd verspilde. Met de prodding stick, een dure lange demonteerbare stok die ik eerder dit jaar kocht besloot ik de avond ervoor verschillende stekken uit te peilen. Diepte en bodemgesteldheid bepalen is simpel met zo’n verlengstuk. Op 5 stekken wou ik voeren, dus had ik vijf bakjes voer klaargezet. Per bakje 250 gram voer bestaande uit wat boilies, tijgernoten, kippenmais, zoete mais uit blik en wat havermout. Boilies voor mijn stek aan de Vecht en hondenbrokken voor de poldersloot gingen ook mee. Daar dagelijks voeren gaat gewoon door.
Omdat ik in het donker ging peilen en voeren had ik bedacht dat ik markers op de kant moest achterlaten zodat ik de stekken de volgende dag terug kon vinden. In huis vond ik vijf lange barbecue pennen die ooit in een kerstpakket zaten en sindsdien werkloos in een lade lagen nutteloos te wezen. Met een stukje groen lint eraan zouden deze genoeg opvallen.
Tot zover het plan, dan de uitvoering. Het kostte veel moeite om stekken te vinden, vrijwel overal was het langs de kant te ondiep. Uiteindelijk heb ik vier plekjes aan de afwateringssloot gemaakt en een stek aan de zuidkant van het water. Hier zag ik kringen in het water die me van vis afkomstig leken. Hiervoor moest ik wel een hek passeren dat ongetwijfeld tot doel had dit te voorkomen. Dat deed ik dus.
Op zaterdag zat ik om 13.00 uur op de eerste stek. Het was koud, het hagelde, het water stroomde en ik verschool me onder mijn onthaakmat om al deze ellende langs me heen te laten gaan. Ik had twee hengels ingegooid en viste aan één hengel met een boilie. Bij de andere hengel had ik twee maiskorrels en daarboven een stukje van een gele drijvende boilie op de hair geprikt. Idee was dat dit mooi boven de boden zou zweven. Bij beide hengels had ik een klein beetje voer in het water gegooid. De drijvende boilies had ik thuis al in de emmer met voer gegooid, zodat ze wat van de geur/smaak van het voer konden oppikken. Wat rijst, over van het diner van gisteren, had ik ook toegevoegd aan de emmer.
Op stek 1 bracht ik drie kwartier door met me verschuilen, aftellen en hopen, daarna ging ik naar stek 2. Ook hier heb ik drie kwartier zinloos gewacht. Het zelfvertrouwen daalde met het verstrijken van de tijd. De lichaamstemperatuur en het plezier ook. Stek 3 en 4 kon ik tegelijk bevissen en dat deed ik dus maar. Uiteindelijk kon ik niet wachten om naar stek 5 te gaan. Ik had hier toch het meeste vertrouwen in.
Op stek 5 aangekomen zakte de moed me in de schoenen. Waar ik gevoerd had viel niet fatsoenlijk te vissen. In het donker had ik dit niet gezien. Een struik in het water rechts, een struik in het water recht vooruit, dit was onverantwoord.
Uiteindelijk ben ik een meter of 20 verderop gaan zitten en heb 1 hengel richting één van de struiken gegooid. Bijvoeren op deze afstand lukte niet. De andere hengel gooide ik met wat voer rechts een stukje uit de kant. Ik had me voorgenomen om tot vijf uur te vissen dus dan maar hopen op een wonder. Het thuisfront had ik al van het debacle op de hoogte gesteld toen het wonder gebeurde. Ineens liep de lijn van de struikhengel strak. De beetverklikker stond niet eens aan, maar ik zag het gebeuren. Een vis had de mais gepakt. Toen de lijn strak stond en de waker omhoog schoof pakte ik de hengel, blokkeerde een poging de struik in te duiken en drilde de karper in open water uit. Deze dril stelde verder niet veel voor, de vis had duidelijk de kou in het lijf.
Een prachtig gekleurde schubkarper van 67 centimeter mocht even poseren. Alle ellende was weer vergeten. 19 november, 5 graden Celsius en ik heb een karper op de mat. Met een bedankje mocht de vis weer zwemmen.
Achteraf was het stom om in de sloot waar het stroomde te gaan voeren. Met gemiddelde temperaturen de afgelopen dagen rond de vijf graden gaan die vissen in dit ondiepe water niet in de stroming liggen. Gelukkig kwam het allemaal nog goed. Drie markers staan nog aan de waterkant. Die zal ik binnenkort nog eens ophalen.
Bedankt weer voor het lezen en tot de volgende update!