15 April: Karperen op de Vecht

Goedemorgen beste bezoekers. Vrijdagavond ben ik voor het eerst dit jaar weer wezen karperen op de Vecht en dus heeft u recht op een visverslag. De stek van vrijdagavond is de eerste van drie stekken waar ik momenteel op de Vecht aan het voeren ben. De stekken heb ik tijdens een fietstocht langs de Vecht geselecteerd. Deze eerste stek is bij een interessante rietkraag waarvan ik weet dat er nogal wat mosselen groeien. Stek 2 is in de buurt van een brug en stek drie nabij een serie woonboten. 

Vrijdagavond ben ik om half 8 ter plekke. Ik heb net de andere twee stekken van voer voorzien. Het is rond kwart voor 8 als beide hengels in liggen. Ik voer en vis met vrij grote boilies, 24 millimeter doorsnede zijn ze. Aan mijn onderlijntjes heb ik daarom haakmaat 6 geknoopt. Dit lijkt me redelijk in verhouding.

Al snel komt een meerkoet buurten en deze begint op mijn stek te duiken. Een slecht teken. Ik voer steeds ‘s avonds vlak voor donker en dan zie ik het beest niet. De vogel moet de boilies dus overdag hebben leren kennen. Blijkbaar zijn mijn boilies ‘s ochtends als het weer licht wordt niet verdwenen. Met maar 250 gram voer per keer geeft dit weinig vertrouwen. Ik kan me niet voorstellen dat een karper zo weinig voer laat liggen.

De koet duikt

De boilies aan mijn onderlijn laat de vogel met rust maar de extra gevoerde stukjes verdwijnen regelmatig in het zwart gevederde mormel.

karperen op de Vecht, koet vindt boilies

En weer een stukje opgedoken

Terwijl de koet nu en dan een stukje boilie opduikt blijven mijn wakers stil.

Een mannetjes eend komt uit het riet de kant op gescharreld en wandelt rustig op me af. Vlak voor mijn neus kijkt het beest me eens aan en zegt “kwak”. De boodschap is duidelijk: “doe mij eens wat lekkers”.

Ik verkruimel een boilie op de kant en de woerd begint rustig te eten op nog geen halve meter van mijn stoeltje. Ik heb er ineens een vriendje bij en besluit de woerd Wobke te noemen. 

Wobke de Woerd aan de maaltijd

Terwijl Wobke geniet van de boilies gebeurt er onder water ook wat. De waker van mijn rechter hengel geeft een piep en dan valt de swinger van de lijn. Een lijnzwemmer? Terwijl ik naast de hengel sta wacht ik even af. Nee er gebeurt niets meer en dus hang ik de swinger terug en neem weer plaats in mijn stoeltje.

Een paar verkruimelde boilies later besluit Wobke dat ie verderop iets interessants ziet en hij vliegt richting overkant. 

Ik begin het aardig koud te krijgen en stel mijn ambities bij van minimaal 3 uur vissen naar minimaal 2 uur vissen. Even later komt Wobke weer aangevlogen, inspecteert mijn onthaakmat eens en eet dan nog wat boiliekruim. Het is zeker een half uur later en al vrij donker als hij voor de tweede keer weg vliegt. Ik ben weer alleen.

Tegen 10 uur ‘s avonds is het al een tijdje donker. Ik zit ondertussen te klappertanden en mijn vertrouwen in een vangst vrijwel weg. Ik besluit op te ruimen. Over een week of drie probeer ik het hier weer. Die vissen van de Vecht komen vanzelf. Zondagochtend doe ik een poging op een andere stek. Daarover de volgende keer meer.

Tot later!

Wobke van de andere kant