Terwijl de Albert Heijn de hoeveelheid suiker in producten vermindert stoppen wij boilies vol met suikers. Ergens staat dit me tegen, zo’n enorm zoete bol. Als ik een zak banaantjes leeg eet krijg ik hoofdpijn, een zak zoute pinda’s op vrijdagavond daarentegen leidt alleen maar tot meer dorst. En daar is een goede remedie tegen…
Om zeker te weten waar ik mee vis wil ik weer zelf boilies maken. Eind jaren tachtig draaide ik al boilies op basis van kattenvoer. Een oud recept in een nieuw jasje: ruim de helft gemalen kattenvoer, wat ei-albumine erbij, een paar flinke scheppen polenta en tarwemeel, een scheut sojabloem en wat smaakstoffen. Een doos eieren erbij, kneden, in de worstenspuit en op de roltafel, even heen en weer, 3 minuten koken en drogen maar.
Na 2 uur keukenpret ligt ruim 3,5 kg boilies te drogen op een droogrekje. Nu komt het belangrijkste: De keuken moet weer brandschoon om dit soort activiteiten ook in toekomst geautoriseerd te krijgen.
Dezelfde avond gaat 750 gram boilies de sloot in. Even testen of ze ook vangen. De bewezen poldersloot is weer het terrein van de strijd, hier weet ik zeker dat een karper de boilies gaat vinden. Ook de volgende avond gaat een pondje boilies er in. Twee avonden voeren en niet te veel, dit moet genoeg zijn om een vis te verleiden, tenminste als de balletjes in de smaak vallen.
De test
Zaterdagavond om 7 uur zit ik aan de waterkant. Eigenlijk is deze sloot meer geschikt voor vissen met een penhengel maar aangezien het voor mij om testvissen gaat wil ik toch ook het boltrig systeem gebruiken. Bij dit systeem haakt een vis zichzelf als hij er met het aas vandoor gaat. Aan de haak hangt behalve mijn aas ook een PVA draad met daarop enkele voer boilies. Een paar van deze boilies heb ik in tweeën gebroken zodat de geur beter uit kan wasemen. Het PVA draad lost in het water vrijwel meteen op zodat de boilies vrij komen te liggen in de buurt van mijn aas. Dit compacte voerplekje zal zo mijn aas wat meer laten opvallen.
Even na half 8 is het al raak. Mijn linker hengel die richting een zijslootje ligt gaat er als een speer vandoor. Als ik de hengel oppak springt deze meteen in een prachtige curve. De vis neemt enkele meters lijn. Een stuk verderop is een brug en daar wil ik hem niet hebben. Gelukkig doet de vis niet al te moeilijk en als ik iets meer druk zet komt deze snel dichterbij. Onder de hengel zie ik een glimp van een flinke schubkarper. Terwijl een paar fietsers achter me onbeschaamd meekijken en live verslag leveren hou ik de spanning op de lijn. Het net had ik al in het water geschopt en meteen bij de eerste keer scheppen ligt de vis in het net. Appeltje-eitje. Op de onthaakmat echter begint de vis opnieuw met de strijd en blijft maar met zijn staart slaan. Ik weet de vis met moeite op de mat te houden. Als het beest zich uiteindelijk even rustig houdt kan ik het weerhaakloze haakje simpel uit de onderlip plukken. Snel doe ik even het meetlint langs de vis; 83 cm oer-Hollandse schubkarper. Ik schat de vis op ruim 20 pond maar zal dat nooit zeker weten, het wegen en fotograferen sla ik over. Zo snel mogelijk laat ik de vis weer zwemmen.
De boilies zijn in principe goedgekeurd. De volgende twee uren gebeurt er niks meer. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat een kreeft de ene boilie te grazen neemt en van de andere de hair rond de haak verstrikt zit. Terwijl ik in het donker nog eens probeer in te werpen ben ik eigenlijk wel klaar. Ik heb natuurlijk zelf ook een smaaktest gedaan. Er kan nog wel het één en ander aan verbeterd worden maar voorlopig doe ik het met deze bollen. Een aantal kilo’s ligt in de vriezer, de poldersloot laat ik voorlopig even voor wat het is. Ik ga me nu vastbijten in de Vecht!