De afgelopen 24 uur liep ik op een roze wolk. Met de karpers van gisteravond had ik zoveel persoonlijke records gebroken. Tijdens één keer vissen maar liefst drie karpers van het IJmeer, meer dan 60 pond en ruim 2.5 meter karper op een dag, een eerste schot van zo’n 80 meter, en dat allemaal op zelfgemaakte boilies. Dit past allemaal helemaal binnen het plaatje dat ik met “droomvissen” voor ogen had. Dat het ook anders kon merkte ik de volgende dag.
In het verslag over de planning schreef ik onder meer dat een karper binnen twee uur het aas zou moeten vinden tenminste als je vist op tijden waarop de vis normaliter aan tafel gaat. Ook zei ik dat op de wateren waar ik vis nauwelijks hengeldruk is. Helaas moet ik hier nu melden dat ik het faliekant mis had.
Aan de Vecht had ik een stek gevonden die aan alle eisen voldeed. Beschutting voor karper, diverse obstakels, waterplanten, etc., aan de hele mik-mak aan bekende karperwensen voldeed de stek. En ik kon er op de kant prima zitten. Om redenen die zometeen duidelijk worden zal ik verder geen herkenbare foto’s plaatsen of de exacte locatie vertellen.
Vier dagen had ik gevoerd en om half zeven was ik ter plekke. Mijn beide rigjes drapeerde ik in de buurt van de aanwezig obstakels. Dit keer wou ik de vis geen centimeter lijn geven om verspelen aan de obstakels te voorkomen. De lijn stond dus strak, de slip zwaar afgesteld en de wakers met maximaal gewicht hoog op de lijn. Het plan voor een eventuele aanbeet was doordacht; blokkeren richting obstakels en proberen de vis de andere kant op te krijgen, de weg van de minste weerstand op, weg van deze palen. Zodra de vis die kant op zou gaan zou hem geen strobreed in de weg worden gelegd.
Al snel merkte ik dat er veel leven onder water was. Diverse keren schoot mijn waker kort omhoog, maar er kwam geen run. Duidelijk was dat er grote vissen aanwezig waren die waarschijnlijk tegen de strakke lijn zwommen en mijn zwaar afgestelde waker omhoog kregen. Natuurlijk kon dit snoek zijn, of grote brasem, maar mijn gevoel zei me dat mijn voeren op karper effect had gehad. Een run kon bijna niet uitblijven.
Toen na een uur een enorme onweersbui plus bijbehorende stortregen en windvlagen het vissen erg onaangenaam maakte kon mijn gemoed dit nog prima aan. Gelukkig werd het na een minuut of 20 weer droog en mijn gevoel zei me dat het elk moment kon gebeuren. Het aas lag perfect, de onderlijntjes waren vers geknoopt, en de natte broek begon weer te drogen. Toch begon ik wat te twijfelen. Waren mijn onderlijntjes niet te lang, gaf ik karpers niet te veel ruimte om zich van de haak te ontdoen? De piepjes gaven duidelijke interesse in het aas aan, maar waren de vissen hier wel zo naïef en onbevist? Ik had het gevoel dat deze vissen wel degelijk het klappen van de zweep kenden…
Plotseling hoorde ik iets 15 meter verderop. Eerst dacht ik dat het regendruppels waren die uit een boom of iets dergelijks in het water vielen. Maar er stond daar geen boom. Ritmisch kwam er steeds weer iets in het water terecht. Ook toen ik ter plekke ging kijken zag ik niets dat de plonsjes kon verklaren. Vertwijfeld keek ik omhoog, hing daar een torenvalk met diarree? Neen, niets van dat alles. En toen, ik deed nog een stap verder, zag ik een kerel achter een struik met een emmer in zijn handen. Steeds weer ging zijn hand in die emmer en ging daarna een hand boilies te water.
Natuurlijk sprak ik de man aan en het bleek een vriendelijke karpervisser te zijn. Hij vertelde me dat hij hier al enkele maanden aan het voeren en vissen was. Aan de overkant, waar hij eerst viste, bleek ook al een andere karpervisser bezig te zijn dus was hij naar deze kant gegaan. Hij vond het prima als ik bleef vissen, maar hij bleef wel zijn voerstek onderhouden. Ik schat dat hij ruim 2.5 kilo boilies voerde en ik besloot eieren voor mijn geld te kiezen.
Op andermans stek vissen vind ik niet correct en doorgaan terwijl er op deze stek meerdere voerplekken van andere vissers aanwezig zijn is zinloos. Dan leveren beide vissers rendement in. Daarnaast worden de karpers hier druk belaagd en dit valt niet onder mijn definitie van droomvissen. Ik heb dus het enige gedaan wat correct was en heb mijn hengels opgeruimd.
Was alles dan negatief? Nee natuurlijk niet!
Allereerst was mijn visweekend op vrijdag al meer dan geslaagd. De SKP wedstrijd zal ik dit jaar helaas niet winnen, maar met zo’n enorm succes doet verliezen geen pijn. In tegendeel. Volgend jaar ben ik weer van de partij, ik heb nu al weer snode plannen voor de volgende poging.
Daarnaast vertelde de karpervisser me dat diverse karpers van boven de 30 pond gevangen zijn in de Vecht. Ik moet dus gewoon doorzetten. De Vecht is zo’n 40 kilometer lang dus er zijn genoeg plekken voor mij waar verder niemand vist.Mijn zoektocht naar de ultieme stek op de Vecht gaat dus door. De vriezer zit vol boilies, dus de komende weken kan ik er tegenaan. Hou de site in de gaten, de Vecht is nog steeds niet van me af!