Op de Vecht ben ik sinds vorige week zondag drie voerplekjes aan het onderhouden. Ik wil, door verschillende plekken te proberen, nieuwe stekken vinden waar ik Vecht karpers kan vangen. Als een stek niets oplevert stop ik op die plek en zoek ik weer een nieuwe. Net zo lang tot ik succes heb. Ik heb deze eerste drie plekjes zorgvuldig geselecteerd en afgelopen vrijdag was de eerste poging op de eerste nieuwe stek. Na 5 dagen voeren hoopte ik natuurlijk op een vette Vecht karper. Lees hieronder het verslag.
De eerste stek was nabij Fort Uitermeer. Hier vlakbij loost een poldergemaal water op de Vecht. Ik hoopte de hele week op een paar flinke buien zodat het gemaal het ondiepe warmere polderwater de koudere Vecht in zou pompen. Dat warmere water zou dan weer karpers moeten aantrekken. Andere redenen waarom ik deze stek interessant vond waren onder andere omdat deze stek in een lus richting Noord-Oosten in de Vecht gelegen is. Bij een standaard Zuid-Westen wind staat de wind dus mooi op de kant. En dat geeft zuurstof in het water en daar houden vissen van. Een rij met paaltjes met daartussen gevlochten wilgentakken zorgt voor een obstakel waar vissen omheen moeten als ze de kant volgen. de wilgentakken zitten ook nog eens vol mosselen, dus vissen kunnen hier ook komen snacken. Langs de paaltjes en tot voorbij de punt daarvan voerde ik de afgelopen week. Hieronder op de foto de paaltjes. Op de achtergrond tussen de bomen Fort Uitermeer.
Helaas regende het de afgelopen week niet en bleef het gemaal vrijwel de hele week buiten werking. Daarnaast hebben we de hele week een Noord-Noord Oosten wind gehad dus geen wind op de kant en zuurstof in het water. Ja, aan de overkant… De omstandigheden waren dus niet ideaal…
Goed, desondanks alles gewoon vijf dagen gevoerd dus waarvan de laatste drie dagen 750 gram boilies per dag. Vrijdagavond heb ik vervolgens gevist van 18.00 tot 22.30 uur. Hierbij moest ik tot mijn knieën in het water staan om mijn hengels fatsoenlijk te positioneren en om een vis te kunnen landen. Het stoeltje stond op een schuine kant tussen de brandnetels. Een comfortabele stek is anders.
Behalve een hele serie brasems (6 stuks) waarvan de grootste maar liefst 61.5 cm mat kwam er helaas geen karper voorbij. Die grootste brasem was wel weer een nieuwe record. Hieronder een plaatje van deze vis die in de schemering aanbeet.
Een paar meerkoeten wisten precies waar ze moesten duiken, mijn voerboilies werden één voor één opgedoken en ook mijn haakaas werd regelmatig door hen verplaatst. Pas toen het donker werd stopten ze met hun irritante geduik.
Een fuut dook nog even vlak voor mijn neus bij de ingang van het slootje een fikse baars op. Na enige moeite werd de vis in zijn geheel ingeslikt. Dat vond ik dan wel weer leuk om te zien.
Vrijdag geen Vecht karper dus. Ik zal hier in de toekomst vast nog wel eens een poging wagen, maar wacht wel even met plannen tot er flink wat regen voorspeld wordt en de wind gewoon normaal uit het Zuid-Westen komt.
Ondertussen ben ik dus ook op twee andere stekken op de Vecht aan het voeren. Voor woensdagavond staat de eerste poging op stek twee in de planning. Hier heb ik dan anderhalve week gevoerd, waarvan de laatste vijf dagen ruim 750 gram per keer. Met de katapult, de stek ligt op zo’n veertig meter afstand. Een comfortabelere stek voor de visser. Nu nog hopen dat de karpers de stek ook hebben gevonden.
Over deze stek, en of woensdagavond een succes is geworden hoort u aan het eind van de week.
Tot dan!