Introductie

header introductie

Mijn jeugd speelde zich af in Balk, onderin Friesland. Een regio met veel natuur en water. Ik heb vroeger altijd veel gevist. Als klein jochie met vader (heit) en een bamboehengeltje, later met telescoophengeltjes op alles wat er maar wou bijten. 

Aan de lokale vijverpartij ontmoette ik karpervissers. Mannen met lange werphengels en grote schepnetten. Als zij over karpers praatten gebeurde dat altijd op fluistertoon en met heel veel respect. Met rollende ogen verhaalden zij over hengels die het water in gesleurd werden, lijnen die met een geluid als van een zweepslag explodeerden en vissen die met gemak hele aardappelen op konden. 

1981 aan de luts

van links naar rechts heit, broer, ik en zusje in 1981

Via een advertentie in de krant kocht ik een tweedehands snoekbaarshengeltje, ik hing er een flinke dobber en grote haak aan en als aas rolde ik deeg volgens het recept van een karpervissende collega van mijn vader; aardappel met brood, geprakt met wat melk en custard poeder en een flinke lepel vanillesuiker. Nu en dan hoorde ik een verhaal over iemand in het dorp die een karper ving, maar in mijn herinnering werd er nauwelijks zo’n monster gevangen. En als het al gebeurde ging het natuurlijk als een lopend vuurtje door het dorp.

Op een gegeven moment ving ik mijn eerste karper. Het moet ergens eind jaren 80 geweest zijn. Ik weet nog exact met welke dobber en onder welk struikje ik hem ving. Als aas werd natuurlijk de befaamde bol custard-deeg gebruikt. Mijn schepnet was te klein maar al voor ik de vis moe gedrild had stond de collega-crack klaar met zijn schepnet, een handgemaakt exemplaar van rotan. Ondanks dat de steel brak onder het gewicht van de vis, waarschijnlijk zo’n 12 pond kan ik me dit euforische moment nog als de dag van gisteren herinneren.

hetzelfde struikje in 2016

Een paar jaar later, ik was waarschijnlijk 15 of 16 kocht ik mijn eerste karperhengel, tijdens een vakantie bij Ad van Belkum in Helmond. Als Fries jochie vroeg ik aan de winkeleigenaar, in een winkel stampvol met karperhengels: “heeft u ook karperhengels”. Er wordt wel gezegd dat domme vragen niet bestaan. Ik waag dat te betwijfelen. Maar ik verliet de winkel met een 1.75 lbs 12 ft carbon penhengel met parabolische actie.

De jaren daarna viste ik vrijwel elk vrij uurtje op karper. Vrijwel altijd struinend, met een pennetje. Ik las alles wat los en vast zat over karpervissen, experimenteerde er op los en langzamerhand gingen de vangsten ook omhoog. Ik heb ultralicht gevist met 18/100ste tussen de waterplanten, met lichte schuifloodjes, met slierten zacht mais op een lange hair, bollen van zacht kattenvoer gemengd met broodkruim, hondenbrokken, drijvend met brood etc. Mijn records stammen uit die tijd, 35 pond karper, 21 pond graskarper, 90cm snoek en 85 cm snoekbaars. 

Tot mijn 18de, toen ik op kamers ging viste ik vrijwel altijd als ik vrij was. Daarna wat minder maar in vakanties nog altijd wel met plezier en regelmaat. De laatste 10 jaar is de klad er echt in gekomen, ik viste nog maar enkele keren per jaar. Met name vanwege prioriteiten op andere vlakken, maar ook omdat ik in Amsterdam op een appartementje woonde en voor de stekken die ik leuk vond vrij ver moest fietsen. Na het karpervissen een stinkend schepnet mee naar binnen nemen was ook nooit een pretje.

Sinds kort woon ik echter in Weesp en hebben de hengels een prominente plaats in het schuurtje gekregen. Het net kan buiten drogen, visstekken zijn op fietsafstand. Ik ben weer wat wezen rondkijken, heb hier en daar wat geprobeerd en wil met deze site mijn ervaringen, leerproces en vangsten vastleggen. Ik streef naar regelmatige updates, meelezen mag altijd.

Volgende bericht