De afgelopen jaren viste ik enkele keren op een lastige stek met veel mosselen en obstakels. De eerste keer dat ik hier viste wist ik niet wat me overkwam. Uit mijn eerste vijf aanbeten wist ik slechts 1 vis te landen. In opeenvolgende vispogingen op deze stek wist ik door diverse aanpassingen dit vangstpercentage op te krikken en de laatste 3 keren dat ik hier viste kreeg ik 11 aanbeten en wist ik 9 vissen tijdelijk op de kant te krijgen. Een percentage dat acceptabel is en waarvan ik verwacht dat het nog verder gaat stijgen als ik hier vaker zou gaan vissen.
Zo’n leercurve moet je soms doormaken, zeker als je regelmatig wisselt van water en van stek.
Samen met Mike heb ik afgelopen week een nieuwe stek bevist. Beiden vingen we hier in het verleden al eens een visje maar we hebben het vermoeden dat er veel meer in het vat zit. Afgelopen woensdag hebben we, na twee dagen wat voeren, ‘s avonds hier weer een aantal uren gevist. Aanbeten bleven uit. Tijd om te brainstormen over mogelijke verklaringen:
Allereerst vissen wij niet op karperputjes. Het open water kan mooie verrassingen opleveren maar vissen kunnen voor hetzelfde geld ineens 10 kilometer verderop zwemmen. Door gericht te voeren kun je je kansen verhogen. Dit keer heb ik slechts twee dagen verspreid een klein beetje gevoerd (500 gram per zone in twee zones). Dit was op een mogelijke trekroute aan weerszijden bij een splitsing in een kanaal. Wellicht is dit toch te weinig voer geweest of misschien voerde ik niet lang en niet gefocust genoeg om voldoende vissen vast te houden.
Dan naar punt twee. Zelf probeer ik elk uur opnieuw in te leggen. De kans dat ik een hele avond voor niets zit omdat een kreeft de boilie van de hair heeft gepeuterd of omdat mijn haak in een waterplant hangt wordt zo een stuk kleiner. En het gebeurt nogal eens dat ik er dan achter kom dat ik een uur verspild heb.
Van de vier keer dat ik woensdagavond een hengel ophaalde hing één keer de boilie rond het lood, en twee keer had ik rottende plantenresten aan mijn haak. Mike zijn gezicht sprak boekdelen toen hij op een gegeven moment even aan zijn boilie rook nadat deze een uur op de bodem had gelegen. Zijn aas had duidelijk in de stinkende rottende sliblaag gelegen. Zeker de helft van de vistijd verspild dus.
Ik moet mijn haak beter afschermen als ik ga vissen, bijvoorbeeld met een PVA schuimpje rond de haak. Of met een PVA zakje met wat kruim rond het aas. Zo weet ik zeker dat alles beschermd op de bodem aankomt en vrij ligt zodra het PVA is opgelost. En wellicht moeten we zelfs met drijvend aas en met een chod rig gaan vissen. Dit is een onderlijn constructie waarbij het lood aan het eind van de lijn zit en de haak aan een zijlijntje. Door dan met een drijvende boilie te vissen voorkom je dat het lood je aas de drek in trekt. De boilie blijft, mits goed in balans, mooi boven de bodem zweven. De haak zal dan ook minder snel rottende rietstengels van de bodem oppikken.
Omdat de bodem hier op sommige plaatsen erg zacht is heb ik afgelopen woensdag gevist met een halve pop-up boven mijn boilie. Deze zorgt in theorie ook dat de boel wat lichter is en dus niet in de bagger wegzinkt. Maar met deze constructie ligt de haak nog wel op de bodem en kan dus vuil oppikken. Een chod rig waarbij het geheel (boilie en haak) boven de bodem zweeft is daarom misschien wel de oplossing.
Tot slot denk ik dat de stek waar we zaten meer geschikt is voor 1 visser. Of maximaal twee hengels. Of we moeten ze meer spreiden.
Door het alom aanwezige riet visten we nu door twee kleine gaatjes en dichtbij elkaar. Misschien dat ik de volgende keer wel een constructie bedenk waarmee ik over het riet kan vissen. De hengels schuin omhoog dus. Dat maakt enkele andere stekken bereikbaar en vergroot wellicht onze kansen.
Ondertussen ben ik opnieuw op twee stekken aan het voeren. Vanavond ga ik de eerste bezoeken, dit is op de Vecht. Hier heb ik nu vier dagen geconcentreerd gevoerd. Daarnaast is alvast het voeren op een stek voor volgend weekend begonnen. Om de dag gaat daar een lading tijgernoten en boilies er in.
Deze volgende vispogingen zijn wat meer doordacht. Hopelijk levert dat dan ook wat meer succes op. Ik hou u op de hoogte. Tot later!