Kwart voor vier ging vanochtend de wekker. Na twee piepen stond ik naast mijn bed. Een snelle douche later was ik er helemaal klaar voor. Terwijl twee buurjongens lallend thuis kwamen van hun kroegbezoek gooide ik de visspullen in de auto. Een gezonde spanning voelde ik. Deze ochtend wou ik revanche vanwege de gemiste vissen van vorige week.
Deze keer was ik goed voorbereid. In plaats van mijn 2,25 ponds hengels had ik gisteravond mijn 2,75 ponds hengels klaargezet. 3,90 meter parabolische carbon-kracht moest me vandaag helpen eventuele IJsselmeer-beren onder controle te houden. In plaats van de oude shimano’s had ik mijn grote Daiwa baitrunners eronder gehangen. Beide molens hebben een super goede slip die ook onder extreme druk zonder horten en stoten lijn afgeeft. Ook had ik dit keer mijn grote schepnet klaargezet. Een net met armen van 1,25 meter in plaats van 1 meter. Ik ben een optimist en daar schaam ik mij niet voor.
Behalve dus wat kroeggangers, die zwalkend naar huis fietsten, was het verder stil op straat. Zelfs de A1 lag er verlaten bij. Zonder verkeer op de weg was ik snel op de plaats van bestemming. Een korte wandeling later kon ik het water overzien. Hier en daar een kring, op afstand een flinke plons, er zat duidelijk leven in het water. Ik had vertrouwen. Twee keer is er gevoerd de afgelopen dagen, beide keren ‘s avonds zo laat mogelijk. Ik weet zeker dat hier vissen rondhangen die mijn boilies kennen.
Kort voor vijf uur liggen twee “Sweet Sixty-nine” boilies heerlijk te wezen op de bodem. Verse rigjes met super scherpe haken heb ik geknoopt. Laat de karpers maar komen! .
Soms gaat het hier heel snel als de vissen op het aas liggen. Dit keer duurt het iets langer. Exact 30 minuten zit ik te vissen als rechts er met een noodgang vandoor gaat. Meteen hang ik in de hengel. Een sterke vis knalt diverse keren door de slip maar ik weet deze op tijd af te remmen. Het is geen enorm zware vis, maar power zit er wel in, duidelijk een vis die aan de anabolen zit. Ik ben erg blij dat ik mijn zware materiaal dit keer bij me heb. Als ik de vis wat dichterbij en aan de oppervlakte heb, ben ik getuige van een maf tafereel. Een tweede karper volgt de vis die ik aan de lijn heb en blijft er continue naast zwemmen. Is dit paaigedrag?
Vorige week werd me verzekerd dat de karpers op het buitenwater al afgepaaid zijn, maar ik ben hier gedurende zeker een minuut of 3 getuige van een kleine schubkarper die de vis die ik aan de lijn heb op de voet volgt en mijn indruk is dat deze gewoon wil paaien. Deze vissen moeten nog van bil! Even overweeg ik beide vissen te scheppen als ik de kans krijg. Gelukkig komt dat er niet van. Terwijl de ene vis in mijn net verdwijnt springt de andere even uit het water en verdwijnt dan weer in de diepte.
Een fotomomentje later mag de schubkarper van 76 centimeter weer zwemmen. Na de vangst blijft het even stil. Ruim een uur vermaak ik me met kijken naar een meerkoet met een cortisol probleem. Het opgefokte gestresste beest blijft maar eenden verjagen.
En dan, het is ondertussen rond half 7, ineens een aanbeet op links. In tegenstelling tot de vorige vis doet deze vis het rustig aan. Ik ben daar niet rouwig om. Als ik zie dat ik een spiegelkarper aan de lijn heb dril ik nog wat voorzichtiger. Gelukkig gaat alles dit keer van een leien dakje en even later kan ik het enorme net rond de vis omhoog trekken.
Als de vis in het net zit laat ik deze even liggen en leg de unster, het meetlint en de camera klaar. Zo kan ik het fotograferen, meten en wegen zo snel mogelijk doen en is de vis zo kort mogelijk op de kant. Even later heb ik de foto’s gemaakt en is de vis gemeten. Nu doe ik de karper in de weigh-sling voor het wegen. Terwijl ik de weegzak aan de unster van de mat til hoor ik een piep. Het zal toch niet? Dus wel, tijdens het wegen van de spiegelkarper krijg ik een aanbeet aan de andere hengel!
Snel weeg ik de spiegel nog even en een paar tellen later glijdt deze uit de weegzak het water in. Mijn rodpot is ondertussen scheefgetrokken door de vis die aan de andere hengel hangt. Gelukkig is ook dit geen monster. De hoogzwangere schubkarper, want dat is het, heeft geen zin in al te veel inspanning. Het beestje heeft in verhouding met de eerste vis ook een erg klein staartje. Ik kan de vis hierdoor vrij snel netten en op de foto zetten.
Helemaal gelukkig met de drie vissen neem ik de tijd om beide hengels weer in orde te brengen. Van 1 hengel slijp ik de haak nog wat bij en even later vis ik weer. Ik heb nog zo’n anderhalf uur voordat ik naar huis wil. Uiterlijk 9 uur wil ik weer in de auto zitten.
Meer dan een uur gebeurt er niets. Ik heb het vermoeden dat het ontbijt er voor de karpers weer op zit. Het is ook al weer wat uurtjes licht. En dan krijg ik toch ineens nog een derde aanbeet op de rechter hengel.
Dit keer is het geen kleine jongen. Een loeisterke vis weet meters lijn van de zwaar afgestelde slip te trekken en de lange carbonhengel buigt hoepelrond. Op een gegeven moment begin ik hem toch weer te knijpen, dit is een sterke vis en deze komt me veel te dicht bij een obstakel. Met de hand op de molen besluit ik de vis te blokkeren en dan loop ik langzaam achteruit. Zo lukt het me weer wat marge op te bouwen tussen de vis en een met mosselen begroeide paal. Na zeker 5 minuten drillen heb ik de vis nog steeds niet gezien. Deze blijft diep. Als ik na een kleine 10 minuten uiteindelijk het net rond de zware schubkarper omhoog trek ben ik toch wel opgelucht. Alles is goed gegaan.
De unster geeft 11 kilo aan en met 81 centimeter is deze hoog gebouwde schubkarper een prachtige toegift voor een heerlijke ochtend vissen.
Niet veel later schuif ik blij en voldaan de hengels weer in hun foedraal. Vier prachtige vissen, waaronder een mooi spiegeltje en een flinke schub. Daarbij heb ik alle aanbeten verzilverd vandaag. Mijn dag is weer goed.
Terwijl ik opruim komt een baarsvisser net aangelopen. Op zijn vraag of het nog wat is antwoord ik ontkennend. ‘n Kleintje mompel ik. Ik hoef anderen niet wijzer te maken dan ze zijn. Deze stek houd ik voorlopig voor mij alleen. Tot later!