10 Mei: plussen en minnen

Toen ik deze website begon heb ik me voorgenomen geen negativiteit te plaatsen. Soms ontkom je er helaas niet aan. Ik wil u een aantal gebeurtenissen niet onthouden, u kunt dan uw mening zelf vormen. Laat ik beginnen op dinsdagavond.

Dinsdag

Op dinsdagavond ging ik voeren op mijn tweede stek aan de Vecht. Deze bevindt zich een kilometer of 5 onder Weesp. Ter plekke is een verbreding in de Vecht met een kommetje, een eilandje en verder de standaard woonboten en privé terrein langs de oever. Er is echter een plek langs de oever waar je mag- en prima kunt zitten en daar was mijn oog op gevallen.

Aan de overkant, een stukje naar links op het eilandje hangen bomen in het water, er staan paaltjes en bevindt zich een verbreding. Dit ziet er uit als een echt karperhol.

Linkerkant van het eilandje, het karperhol

Daarnaartoe vissen is echter lastig. Het is te ver om lekker te werpen en onder de eigen kant bevinden zich nogal wat obstakels. Een vis kan zich daar zo vast zwemmen. Ik besloot dus iets meer naar rechts langs de overkant te voeren en vissen. Beter bereikbaar en minder kans op problemen mocht ik een karper haken.

Rechterkant van het eilandje, mijn stek

Dinsdag was de 10de en laatste voerdag en ik keek er naar uit om te gaan vissen. Toen ik dinsdagavond echter arriveerde zat er tot mijn verbazing iemand op karper te vissen. Op mijn stek… Toen ik de man vertelde dat ik hier al bijna twee weken aan het voeren was reageerde hij heel relaxt. Hij bleek uit Tsjechië te komen. De beste man viste onder de eigen kant en had hier ook een paar dagen wat gevoerd. Hij had alleen nog maar brasem gevangen en was net van plan om op te ruimen. De man vertelde dat hij in een Tsjechisch “predator”-team zat en dat hij heel regelmatig in Nederland was. Hij zei dat hij dan meestal hier kwam vissen. Gewoonlijk viste hij dus op roofvis maar vanwege de gesloten tijd viste hij nu een keer op karper. Bij vertrek schoof hij me aantal zakken met verschillende smaken boilies toe. Hij vertelde dat hij was gevraagd deze te testen en dat hij ze niet mee terug wou nemen. Dat vond ik dan wel weer sympathiek. Geef me boilies en ik ben je vriend.

Nadat we gegevens hadden uitgewisseld voerde ik mijn zelf gemaakte boilies. Mijn plannen konden gewoon doorgaan. Al met al een positieve ontmoeting dus. Dat het ook anders kon merkte ik de volgende dag.

Vijf kilo Tsjechische boilies en een potje deeg

Woensdag

Op woensdag dan moest het gaan gebeuren. Mijn plan was om van 16.00 tot 23.00 te gaan vissen maar doordat het werk wat uitliep was het uiteindelijk 18.00 uur dat beide aasjes in het water lagen. Aan de haak had ik een PVA draad met wat boilies en een PVA kousje met kruim geprikt en dit had ik met een flinke zwiep vrij dicht bij de overkant gegooid. Met de katapult had ik er nog een tiental boilies omheen geschoten. Vissen op deze afstand is wat minder precies dan vissen langs de eigen kant en ik moest zorgen dat vissen ter plekke gingen zoeken naar meer lekkers.

Het was tegen 8 uur ‘s avonds en twee brasems later dat er een auto stopte en twee nerveuze jongemannen achter me kwamen staan. Het bleken karpervissers te zijn die ook in Weesp woonden en die van plan waren hier in het weekend te gaan vissen. Ik had hen nog nooit eerder gezien en vertelde dat ik tot 23.00 uur zou vissen en daarna dit plekje niet meer zou bezoeken. Dat zij dus dan hun gang konden gaan.

Terwijl de jongens wegliepen hoorde ik het zenuwachtige kleintje van de twee tegen de ander zeggen dat hij toch wou gaan voeren.  De andere kwam naar me toe om me dat mede te delen. Ik reageerde met tegenzin dat als ze dat dan toch gingen doen ik het op prijs zou stellen als ze er geen kilo’s in zouden gooien en uit de buurt van mijn aas zouden blijven. Ik wees hem op twee bomen op de overkant waar ik naartoe gegooid had en vertelde hem exact waar mijn aas lag. 

Even later hadden de jongens een rubberbootje opgepompt en peddelden naar de overkant. Bij het karperhol helemaal links begon het strooien. Langzaam voeren ze langs de hele overkant. Verspreid langs de oever van het eilandje verdwenen hier en daar handjes met gele knikkers in het water. Steeds dichter naderden ze mijn voerstek. Toen ik dacht dat ze klaar waren pakte de grootste van de twee ook nog een zakje met boilies vanonder het bankje en begon hiermee te strooien. Ook het laatste stukje oever werd niet overgeslagen. De laatste handjes gingen exact op de plek waarvan hij wist dat mijn aas daar lag.

Dit had geen zin meer, een karper die vanuit de rustige baai mijn kant op zou komen zou eerst meer dan een kilo gele boilies tegenkomen voordat mijn voerplekje gevonden zou worden. Mijn kansen waren plotsklaps gedecimeerd door deze gasten.

Op de kant sprak ik hen aan op hun, in mijn ogen onfatsoenlijke gedrag. Ik kan niet ontkennen dat ik erg kwaad was. Hun argumenten om toch te voeren waren: “ik ga niet om 11 uur terugkomen”, “het water is openbaar”, “als je nou een nacht had gevist, maar jij vist maar 3 uurtjes”, “je vist hier voor het eerst”, “je kunt toch gewoon blijven vissen” et cetera. Tegen zoveel logica was ik niet bestand. Ik heb mijn spullen gepakt en ben naar huis gegaan. De lol was er even af.

Ik heb nog twee plekjes op de Vecht waar ik dagelijks wat voer. Hopelijk kan ik daar in het weekend ongestoord mijn ding doen en wat plezier terug vinden. Ik ga me beraden op het vervolg daarna. Ik voel ook een nieuwe bespiegelingen aan komen.

U hoort later weer van me, tot dan!