Terug naar het begin. Dat was de boodschap van mijn vorige blog. En dus deed ik dat. Met de penhengel struinen langs een vijverstelsel. Hier en daar wat voeren en zo proberen een karper te verschalken. Ik had niet verwacht dat ik er zo van zou genieten. Lees snel verder voor het verslag!
Zondag, het begin van de avond. Met een emmertje voer, een paar boterhammen als aas, een penhengel, schepnetje, vistasje en onthaakmat vertrek ik rond half 7 richting Amsterdam. Het regent en er wordt nog meer ellende voorspeld. Heerlijk, dat betekent weinig volk op straat en nog minder aan de waterkant.
Ik weet nog niet zeker waar ik ga vissen. Het eerst water dat ik bezoek bevalt me niet. Een nieuw hek maakt het lastig bij het water te komen. De rotzooi aan de waterkant staat me ook tegen. Ik voer nog wel op een stekje maar onderweg naar stek 2 besluit ik dat ik hier geen zin in heb. Ik keer om, stap weer in de auto en rijd verder.
Bij water twee bevalt het me een stuk beter. Dit is een vijverstelsel met wat vaartjes, geen vissers te zien en ik zie meteen een kolk in het water. Als er in de volgende minuut nergens een meerkoet of fuut bovenkomt weet ik genoeg. Met een emmertje voer loop ik rond het water en voer 6 stekjes aan. Overal een à twee schepjes voer. Stek een is waar ik de kolk zag, stek twee bij een zijslootje waar wat vuil zich opgehoopt heeft, stek drie bij een overhangende wilg, stek vier is strategisch gekozen bij een kruispunt van waterwegen naast een duiker en stek vijf langs de oever waar ik twee visjes zie azen. De laatste stek is bij een overstort waar water in het vijvertje stroomt.
Even over dat voer. Thuis heb ik een grote emmer met fijn voer staan. Met mijn boiliecrusher heb ik een paar handen boilies en anderhalve kilo frolic fijn gemalen en alles in een grote emmer gedaan. Omdat de huiskat besloot bij een dierenvriend een stuk verderop te gaan wonen kon het restant kattenbrokjes er ook wel bij. Een zak met minipellets voor het feedervissen die kapot wat gegaan in mijn vistas voegde ik nog toe. Nu en dan strooi ik hiervan een paar scheppen in mijn opgroeiwater. De 150 kleine karpertjes die we vorig jaar hebben uitgezet in dit plasje wil ik zo wat extra’s geven.
Voor het vissen heb ik een kilo gekookt duivervoer uit de vriezer gehaald, hierbij een paar scheppen van het fijne voer gedaan en that’s it. Super aantrekkelijk en erg fijn allemaal.
Een flinke luchtige vlok witbrood hier bovenop valt natuurlijk enorm op. Op alle zes stekken voerde ik dus anderhalf a twee schepjes voer. Toen ik rond het water was gelopen en terug kwam bij stek één was het tijd de hengel uit de auto te halen en deze op te tuigen. Een minuut of 30 na het voeren liet ik op de eerste stek de broodvlok zakken. Het was ondertussen kwart over acht. Toen even later een flink schuimplakkaat bovenkwam naast de dobber steeg de spanning.
Even later een schokje door de dobber en ineens begon deze naar links te verplaatsen. Meteen haalde ik de lange hengel achterover, even een kromming en toen niks. Misgeslagen. Geen idee of het een lijnzwemmer was of een aanbeet. In ieder geval zag ik geen kolk of paniek na mijn actie. Ik twijfelde nog even of ik niet het haakje moest vervangen door een iets grotere. Met twee maiskorrels is maatje 10 prima, maar in een flinke broodvlok valt ie toch wat weg. Ik besloot alles zo te laten, nog een handje voer erin te gooien en naar stek twee te verhuizen.
Toen ik op stek twee binnen vijf minuten twee brasems ving vond ik dat nog een wijs besluit.
Op stek drie was wel leven in het water, maar ik vermoedde van voortjes. Na een minuut of tien dus maar naar stek vier.
Op stek vier zag ik bij aankomst meteen twee bellenplakkaten en wat kolken. Hier was duidelijk grote vis zich enthousiast op het voer aan het storten. Zeker twee vissen lieten zich zien. Een nieuwe vlok op de haak, het hypnotiserende puntje net boven water. Het duurde misschien twee minuten, toen zag ik een schokje en meteen liep het dobbertje schuin onder water weg. Na aanslag was het direct duidelijk. De slip spinde, het water ontplofte en een karper schoot er vandoor.
Ik schoot een paar plaatjes in de regen, stopte mijn gsm weg en concentreerde me op de vis. En toen ineens los! Al met al had ik de vis zo’n anderhalve minuut eraan gehad. Jammer. Het zijn geen grote vissen, maar als je ze haakt wil je ze ook even op de kant hebben. Meteen besloot ik toch maar het haakje te vervangen. Mijn ietwat roestige penvis skills moeten even weer verfijnd worden. Snel een maatje 6 eraan, weerhaakje even plat en een nieuwe vlok er omheen. Dit is meer in balans.
Tot mijn verbazing stond het pennetje maar een paar tellen en toen schoof deze al weer schuin weg. Opnieuw karper! Dit keer ging alles goed. Een paar minuten hield de felle schubkarper me bezig en toen kon ik deze in het netje krijgen.
Even een klassiek fotootje met de hengel ernaast, daarna mocht de al wat ouder ogende vis weer terug.
Op stek vijf sprong zowaar een karper. Dat voer werkt super, maar toch kwam er geen aanbeet. Misschien hadden de vissen mijn aanwezigheid door? Bij aankomst had ik mijn net wat onhandig later stuiteren op de oever. Op een gegeven moment kwam er zelfs een vis onder mijn hengeltop even boven. Keek ie me aan? Toen er binnen een kwartiertje geen aanbeet kwam besloot ik te stoppen. Het was kwart over negen, de buit was binnen, ik was drijfnat en ik had nog wat verplichtingen voor de BVK.
In een paar uurtjes zonder voorbereiding lekker vissen. Een paar visjes gevangen en oprecht genoten, ondanks het slechte weer. Dit is voor herhaling vatbaar! Nu eerst even een paar dagen er tussenuit. Plannen smeden voor daarna. Ik heb er zin in! Tot later!