Hoi! Nu het doel van mijn grote vissen project behaald is wilde ik even iets anders. Eind 2022 zijn in Weesp ruim dertig karpertjes uitgezet en voor zover ik weet is van die lichting nog geen vis terug gevangen. Ze zwemmen ondertussen bijna een jaar rond en ik verwacht dat ze zich ondertussen wel hebben aangepast aan het leven op een rivier. Langzamerhand durf ik me er wel een keer op te gaan richten. Ik ben wel benieuwd of er nog wat nieuwe druktemakertjes in de buurt rondzwemmen en daarom besloot ik op mijn voerplek op de Vecht ook wat kleiner te gaan voeren. Eens kijken of ik zo’n recente uitzetter terug kan vangen.
Sowieso verwacht ik dat voeren met grote boilies op de Vecht ook kleinere vissen zal trekken. Mijn boilies worden na een tijdje in het water zachter en door aanvallen van kleine visjes en met name ook kreeften nemen de boilie-diameters langzamerhand af tot ze uiteindelijk helemaal verdwenen zijn. Ik heb dit op de Vecht vaak genoeg gezien tijdens het vissen, na een paar uurtjes zijn mijn grote boilies veranderd in kleiner aas en soms zelfs helemaal weg. Kleinere vissen zullen dus ook aangetrokken worden door groot aas. Maar nu ik ook kleiner aas in huis heb voer ik gewoon gemengd.
De laatste dagen strooi ik steeds een hand of vijf, misschien zes met voer over een oppervlak van ongeveer vijf bij vijf meter.
Zondagavond is het vistijd. Even voor acht uur liggen de aasjes te plek. Aan de ene hengel een 14 millimeter boilie afgetopt met een stukje pop up boilie, aan de andere een 20 mm met een halve pop up. Tot een uur of 11 vissen is het plan.
Na ongeveer een uur komt de eerste aanbeet. De baitrunner spint, de pieper piept en ik schiet overeind uit mijn stoeltje. Ik zit verdekt achter het riet, dus moet een paar stappen zetten om bij mijn hengel te komen. Normaal gesproken geen probleem, maar in het donker zie ik de schepnetsteel over het hoofd. Vakkundig word ik getackeld door de lange stok. Ik beland languit over mijn hengels heen. Mijn gewicht vang ik grotendeels op met mijn handen, maar de hengels schudden alle kanten op. Voor ik uit deze ‘downward facing dog’-houding weer overeind ben is de run gestopt. Wat een gepruts weer. Dat net gooi ik normaal over het riet. Waarom deze keer niet… zonde.
Ik leg de hengel even opnieuw in, weer wat kleingemaakt voer erbij. Hopelijk komt er nog een kans.
Rond 10 uur ben ik ondertussen verkleumd. Ondanks al mijn lagen kleding is een paar uur buiten zitten bij een temperatuur van 10 graden niet heel comfortabel. De watertemperatuur is met 12,5 graag Celsius momenteel hoger dan de buitentemperatuur.
Kwart over 10 ineens is daar de herkansing. Een identieke aanbeet als de eerste keer maar nu ‘hangt’ ie. Een soepele dril later ligt een klein edelschubkarpertje in het net. Ik herken hem meteen als een recente uitzetter. Dis was mijn doel. Ik ben onverwacht blij met dit kleine visje. Slechts 61 centimeter lang en ongeveer 4,6 kilogram zwaar. Zo leuk! Ik verbaas met zelf hoe blij ik na al dat grote vissen geweld ben met deze mini karper.
Als de vis weer zwemt vis ik nog een half uurtje door. Kwart voor elf besluit ik op te ruimen. Net iets minder dan drie uren en toch weer een visje op de mat. Het karpertje is dezelfde avond nog door Joris Weitjens gematcht aan de uitzetting op de Vecht. Inderdaad een 2022 visje dat bij uitzetten 45 centimeter was. Lekker gegroeid dus.
De voerplek op de Vecht blijf ik van voer voorzien. Er komt vast nog wel wat uit. De temperatuur blijft lekker mild en zeker voor zondag en maandag zijn de vooruitzichten prima. Hopelijk vind ik nog een gaatje voor nog een keer een vispoging op de Vecht!
Tot later!