22 Juli: Act I – het plan

Bam! I love it when a plan comes together. Afgelopen week beleefde ik misschien wel mijn mooiste karperavontuur ooit! Alles viel in elkaar. Deze vis verdient een compleet verhaal en dat ga ik vertellen in drie delen. Vandaag deel één, over de aanpak!

Recent ving ik in één weekend drie grote spiegelkarpers. Achteraf bleek dat anderen op die stek al weken alleen maar kleine schubjes zitten te vangen! Was het toeval of doen zij iets fout en deed ik iets goed? Speelde mijn stevige voeren met grote boilies misschien een rol?

Met bijna 16 kg de grootste van de drie spiegels die ik onlangs ving

Vorige week viste ik op een klein afgesloten water. Op mijn duivenvoer-stek ving ik karpers van rond de 50 cm, op de boilie-stek vissen van rond de 75 cm. Zo heb ik nog een hand vol voorbeelden. De conclusie wordt langzamerhand wel duidelijk. Met voer kun je prima selecteren! En zo ontspon zich een plan. Ik ga op jacht naar grote karpers!

Allereerst moest ik een stek kiezen. Dat was niet moeilijk. Waar kom je zeker grote vissen tegen? Op groot water! Door het werk van de BVK weet ik dat veel grote vissen in mijn regio uiteindelijk op het Markermeer, Gooimeer en Eemmeer terecht komen. Daar is ook nog genoeg onontgonnen terrein waar nauwelijks of nooit gevist wordt. Een verkenningsrondje deed ik jaren terug al eens. Een idee dat al jaren in mijn brein zit werd van stof ontdaan en opgepoetst, een globale locatie werd vastgesteld.

Vervolgens was het tijd voor stap twee: de stek verkennen. Al die uren op de spinfiets zijn niet voor niks geweest. Met de kano achter de fiets is mijn actieradius enorm. En dus reed ik op een avond met de kano richting oosten. Een hele emmer gekookt duivenvoer verpakt in twee grote plastic zakken ging mee, net als 5 kilogram flink grote boilies.

In mijn jaszak had ik mijn deeper, dat is een dieptemeter die via mijn GSM doorgeeft hoe het bodemprofiel eruit ziet. Na een flinke fietstocht kwam ik bij de beoogde stek. De kano is zo goed als onbreekbaar, deze kan ik overal te water laten. Ik sleep het ding over de oude zeedijk en door het riet. Eenmaal in het water bind ik de deeper achter de kano en dan kan het verkennen beginnen.

De deeper hangt achter de kano

Al zigzaggend vaar ik heen en weer met mijn gsm op schoot. Het bodemprofiel ziet er nog beter uit dan gehoopt. Als ik het ondiepste water achter me laat vind ik een talud waar de bodem snel daalt tot een bepaalde diepte en daarna over een afstand van een meter of 15 nog eens een klein beetje daalt tot deze het diepste punt bereikt en vervolgens heel lang vlak blijft. Dit stuk langzaam hellende bodem en de eerste meters van het vlakke diepste deel besluit ik over een afstand van ongeveer 100 meter van voer te voorzien. Ik heb dat hieronder in een plaatje geprobeerd weer te geven. Ik ben vrij zeker dat vissen hierlangs trekken.

Afgelopen jaren zijn zo’n 20.000 schubkarpertjes van de Oostvaardersplassen naar het Markermeer overgezet. Deze visjes worden niet erg groot. Met een centimeter of 75 en een kilo of 7 houdt het wel op. Naar deze vissen ben ik niet op zoek. Ik schat dat tussen al die schubjes een paar honderd (spiegel)karpers rondzwemmen die wel interessant zijn. Misschien 1% dus van alle karpers moet ik er uiteindelijk uit filteren. En dat wil ik doen met mijn voer. Ik moet grote boilies voeren. Gelukkig heb ik nog een batch 27 mm boilies in de vriezer! 

Stap 3: de stek voorbereiden. Ik voer verspreid over een gebied van ongeveer 100 x 20 meter zo’n 15 kg gekookt duivenvoer en 5 kg 27 mm boilies. Eerst maar eens een flink baken creëren op dit enorme water. Het duivenvoer moet vooral veel vis attenderen op mijn voerstek. De grote boilies moeten zorgen dat er iets blijft liggen voor de grote vissen. Ik ben zeker dat hier vissen langs trekken, maar met het voer wil ik zorgen dat ze naar beneden duiken en hier ook regelmatig gaan eten.

Het beeld op de Deeper als ik haaks van de oever weg peddel.

De volgende dagen bezoek ik de stek weer, maar nu voer ik eerst 2,5 kg grote boilies, en een dag later nog eens 2 kg. Ik beperk mijn voerstek nu tot ongeveer 50 bij 20 meter. Duivenvoer laat ik achterwege, ik wil die kleinere vissen nu kwijt, de grote moeten blijven komen. En er mag niet te veel liggen! Sporen van andere karpervissers zie ik niet. Wel kom ik twee keer oog in oog te staan met een vos. Een fotootje lukt helaas niet. Een purperreiger die ik onderweg zie paraderen wil wel even op de foto.

Tot zover deel I, het is nu tijd om te vissen! Daarover meer in deel II van deze drie-acter!

vorige bericht    volgende bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.