Twintig tellen. Zo lang duurde het voor de eerste karper mijn aas had gevonden. Beter kun je het effect van een gedegen voorbereiding niet aantonen.
Zondagavond kuierde ik met twee kilogram boilies langs het IJmeer. Een flink oppervlakte kreeg een voer behandeling. Maandagochtend volgde nog eens ruim anderhalve kilo, verspreid, maar toch net iets dichter gestrooid op de plek waar ik ‘s avonds mijn aas wou neerleggen.
‘s Avonds bij aankomst strooide ik snel even een paar handen boilie kruim op mijn stekjes. Vervolgens installeerde ik de rodpod, zette het net in elkaar en maakte de hengels klaar. Een minuut of 5 later lagen de beide hengels in. Nog geen twintig tellen duurde het, toen knalde de eerste waker omhoog. Een korte dril later, waarbij ik dacht met een klein schubkarpertje van doen te hebben, verbaasde ik me over de flinke vis in het net. Waar ik een week eerder bij de eerste vis houden en keren had hield vandaag de eerste zich gedeisd. 76 centimeter en 9,5 kilogram was de karper. Ik durf niet te zeggen of het een wilde is of een uitgezette vis. De knik in de nek in ogenschouw nemend zou het best eens een vis met kweek-achtergrond kunnen zijn.
Schiet er dan nooit meer een vis los? Jazeker, aanbeet 2, een klein half uurtje later, schoot los. Net op het moment dat de vis draaide. De weerhaakloze haak rolde er uit. Gelukkig kreeg ik nog een herkansing.
Na een uurtje had ik op de linker hengel nog geen aanbeet gehad. Wel had ik een piep gehoord die zou kunnen betekenen dat een vis de verticale lijn beroerde. Ik besloot een trucje uit te halen. Al eerder viel het me op dat soms vlak na inwerpen een vis het aas pakt. Blijkbaar komen zo op de reuring in het water af. Ik controleerde dus even het aas, liet deze vervolgens op de stek zakken en toen ik een hard stukje bodem voelde liet ik het aas en paar keer stuiteren. Het gebonk op de bodem was duidelijk voelbaar. Toen legde ik de hengel in de steunen. Nog geen vijf seconden nadat ik de waker in de lijn had gehangen knalde deze al omhoog. Het had gewerkt! Opnieuw in misschien 20 tellen na inleggen een aanbeet!
Een slanke schubkarper van 74 centimeter was even het haasje. De vis moet nieuwsgierig op het gestuiter afgekomen zijn.
Expres onrust in het water veroorzaken kan dus werken. In dit geval probeerde ik het trucje uit nadat de standaard aanpak niet werkte terwijl ik ervan overtuigd was dat er wel vis op de stek lag. Mogelijk was de vis nog verzadigd door het schransen overdag maar kon deze de stuiterende boilie toch niet weerstaan.
Twee keer een supersnelle aanbeet na ingooien geeft toch te denken. Op dit soort water waar nauwelijks tot geen dressuur is werkt dit prima! Ook is opnieuw de eerste vis van de voerstek de grootste. Dit is me al vaker opgevallen. De grootste schransers zullen natuurlijk ook eerder de haak tegenkomen. Zaak om meteen scherp te zijn.
De voorbereidingen voor de volgende visavond zijn al weer in de maak. Later deze week meer daarover. Tot later!