Vorig weekend kwam ik, bij het doorneuzen van wat oude foto’s op een digitale camera, opnames tegen van een snoekbaars, een baars en een snoek. Ik ving deze drie roofvissen enkele jaren geleden vlak na elkaar met mijn spinhengeltje bij een brug in Diemen. Ik zat al een tijdje op het idee te broeden om een keer te gaan dropshotten. Eén en één is twee, het plan was gemaakt.
Dropshotten is een vismethode waarbij aan het eind van de lijn een loodje zit en een centimeter of 30 daarboven haaks op de lijn gemonteerd een haak met (kunst)worm of shad. Dit kan met de hengel schuin omhoog superlangzaam en verleidelijk worden binnengevist. Het loodje houdt contact met de bodem en het aas “zwemt” dus iets daarboven door het water.
Afgelopen vrijdag na werktijd was ik redelijk op tijd thuis. Mijn vriendin voelde het al aan: “waarom ga je niet nog even een uurtje vissen, dan eten we gewoon iets later”. Dit was niet tegen dovemansoren gezegd, ik pakte mijn hengel, gaf haar een zoen en even later stond ik in Diemen aan de waterkant.
De laatste meter lijn knoopte ik van fluorocarbon, dezelfde draad als die ik ook op mijn karperhengels heb gezet. Een gewoon wartelloodje onderaan, een Gamakatsu wormhaak haaks op de lijn en een shadje op de haak. Dit werd aan de gevlochten lijn op het molentje bevestigd.
Het voelt wat raar, die haak helemaal vooraan in het shadje. Een roofvis moet dat hele ding naar binnen slurpen om hem te haken. Maar goed, dit is hoe het hoort volgens het internet. In het water kon ik wel goed zien hoe “natuurlijk” het rubber met deze bevestiging door het water bewoog.
Rond kwart voor 7 ging de eerste worp richting een brugpijler. Om te voorkomen dat dit verhaal heel saai gaat worden zal ik me verder tot de hoogtepunten beperken.
Na een kwartiertje werd onder de brug, langs de kant, het rubbertje gegrepen door een baarsje. Het visje was niet erg groot. Als dit formaat baars al gehaakt kan worden dan is de plaats van de haak vooraan het shadje duidelijk geen probleem.
Weer een kwartiertje later voelde ik iets rukken aan de shad maar ik haakte niks. Dit voelde groter, helaas een misser.
En toen, het werd al donker, werd wederom onder de brug het shadje gegrepen door iets wat duidelijk groter was. Een witte schim onder water deed snoek of snoekbaars vermoeden. De vis vocht als een bezetene en ging zelfs door de slip. Bij het scheppen was het meteen duidelijk. Een snoekbaars van tegen de 60 centimeter had de shad voor een smakelijk hapje aangezien. Het haakje zat mooi vooraan in de bovenkaak en kon ik er met de tang weer simpel uitplukken. De vis zwemt weer rond. De snoekbaars heeft geluk dat ik hem ving. Had hij deze fout een stukje verderop aan het Amsterdam Rijnkanaal gemaakt dan had hij het niet kunnen navertellen.
Meteen na de snoekbaars ging ik naar huis. 45 minuten vissen, 2 vissen gevangen en een stinkend net achter in de auto. Het weekend kan beginnen!